E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2016:2021
Hoge Raad, 14/06186

Inhoudsindicatie:

Bedrieglijke bankbreuk, art. 341.1 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:1996:ZD0569, NJ 1997/138, i.h.b. dat indien goederen buiten het faillissement vallen omdat ze aan een derde toebehoren geen sprake kan zijn van goederen die “rechtens onder het bereik en beheer van de curator in het faillissement behoorden te komen”. Het Hof heeft de juistheid in het midden gelaten van de stellingen van de verdediging dat een groot aantal goederen was geleased of gekocht door een derde en derhalve niet aan de B.V. in eigendom toebehoorde. Gelet hierop en in aanmerking genomen het vooropgestelde is het oordeel van het Hof dat deze goederen evenwel vanwege de rechten en plichten uit de leaseovereenkomst goederen waren die rechtens onder bereik en beheer van de curator in het faillissement behoorden te komen, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk. Samenhang met 14/06508.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie