Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Verdachten worden veroordeeld tot respectievelijk een onvoorwaardelijke en een deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor het runnen van een hennepplantage en witwassen van de illegaal verkregen gelden. De zoon van verdachten wordt veroordeeld tot een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf wegens medeplichtigheid.

Uitspraak



RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Parketnummer : 05/860063-15; 05/840406-16; 05/840026-17

Datum uitspraak : 18 april 2017

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats], wonende te [adres 1], [woonplaats].

raadsvrouw: mr. R.W. van Zanden, advocaat te Hoofddorp.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 22 augustus 2016, 4 januari 2017 en 4 april 2017.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

05/860063-15

1.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot 23 november 2014 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 886 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend,

terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 886 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);

2.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2013 tot 23 november 2014 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen

goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);

05/840406-16

1.

hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 november 2015 tot en met 15 januari 2016 te Wezep, gemeente Oldebroek, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 3]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 789 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 789 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);

2.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2015 tot en met 15 januari 2016 te Wezep, gemeente Oldebroek, (tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen), (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven-

en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);

05/840026-17

1.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 november 2016 tot en met 12 december 2016 te Nunspeet, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 586 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 586 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;

2.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 12 december 2016 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken).

2 Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor hetgeen verdachte verweten wordt, met uitzondering van het onder parketnummer 05/840026-17 tenlastegelegde feit 1. Ten aanzien van dit laatste feit heeft de verdediging zich wel op het standpunt gesteld dat onvoldoende bewijs aanwezig is voor medeplegen.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank acht bewezen dat verdachte de feiten 1 en 2 tenlastegelegd onder parketnummer 05/860063-15, de feiten 1 en 2 tenlastegelegd onder parketnummer 05/840406-16 en feit 1 tenlastegelegd onder parketnummer 05/840026-17 heeft begaan. Zij overweegt daarbij als volgt.

Hennepplantage [adres 2] te Nunspeet (parketnummer 05/860063-15)

Feit 1

Aanleiding van het onderzoek

Op 23 november 2014 krijgt de politie een melding van een bewoner van de [adres 4]. Zij heeft de hennepplantage ontdekt en dit gemeld aan de politie. Zij verklaart dat zij 4 à 5 weken eerder al eens een sterke wietlucht had geroken.

Aantreffen hennepplantage

Verbalisant [verbalisant 1] vindt in de bedrijfsruimte de resten van een hennepkwekerij waarvan de apparatuur nog in werking was. Hij constateert dat de planten kort voor zijn binnentreden waren verwijderd via de achterzijde van de ruimte. Op de gang van het smalle gedeelte naar het brede gedeelte lag afval (hennepbladeren) afkomstig van hennepplanten. Deze resten waren gedroogd. De randen tussen plafond en wanden waren met purschuim volledig afgedicht. Dit was alleen gebeurd bij de wand tussen opslagruimte en de ruimtes waarin de hennepplantage is aangetroffen. Er waren 4 ruimtes waarin potten stonden. In de kwekerij werden nog gedeelten en takken van hennepplanten aangetroffen en aan de resten was duidelijk te zien dat de planten ongeveer 9 weken oud waren en in hun laatste bloeifase. Verbalisant kreeg het vermoeden dat er snel was gewerkt en dat de kwekerij mogelijk was geript. In ruimte 1 brandde nog licht. Er stonden in de vier ruimtes totaal 886 bakken met vochtige aarde erin, waarin planten hadden gezeten. De hennepkwekerij bevond zich in de bedrijfsruimte achter de bloemenwinkel die gevestigd is aan de [adres 5].

Huur bedrijfspand [adres 5] te Nunspeet

Verhuurder van het bedrijfspand, [naam 1] heeft verklaard dat de bedrijfsruimte werd verhuurd aan [verdachte] voor € 416,50 euro per maand en dat de huur is ingegaan op 1 april 2011. [naam 1] verklaart bij de rechter-commissaris dat [verdachte] in zijn herinnering het hele pand, te weten: de winkelruimte aan de voorzijde, de bedrijfsruimte aan de achterzijde en de woning op de eerste verdieping heeft gehuurd.

Uit het huurcontract blijkt dat [verdachte] voor de bedrijfsruimte aan de [adres 5] te Nunspeet op 4 april 2011 een huurovereenkomst tekende voor een jaar, ingaande april 2011.

Op 30 januari 2012 tekende [verdachte] een huurcontract voor de bedrijfsruimte én de woning aan de [adres 5] te Nunspeet voor een periode van 5 jaar lopende van 1 maart 2012 tot en met 28 februari 2017.

[naam 2], tussenpersoon tussen huurder en verhuurder van het pand aan de [adres 5] te Nunspeet heeft verklaard dat [verdachte] vanaf 1 maart 2012 het gehele perceel huurde, inclusief alle opstallen.

Verweer verdediging

Verdachte heeft in zijn verklaring bij de politie verklaard dat hij de bedrijfsruimte achter de bloemenwinkel gedurende de tenlastegelegde periode had onderverhuurd aan [naam 3] en dat hij zelf niets weet van een hennepplantage in de bedrijfsruimte. Ter onderbouwing van deze verklaring heeft verdachte een huurovereenkomst en een kopie paspoort van deze [naam 3] overgelegd aan de politie.

De rechtbank acht dit onderdeel van de verklaring van verdachte, op grond van hetgeen door de politie met betrekking tot deze [naam 3] is onderzocht, ongeloofwaardig. Immers blijkt noch uit de verklaringen van [naam 3] bij de politie en de rechter-commissaris, noch uit onderzoek van zijn telefoongegevens dat [naam 3] bekend is met verdachte of op enigerlei wijze gekoppeld kan worden aan de huur of het gebruik van de bedrijfsruimte aan de [adres 5] te Nunspeet. Het huurcontract dat is overgelegd door verdachte is op zijn minst onvolledig ingevuld. De getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], werknemers van de bloemenwinkel, alsmede [getuige 4], partner van verdachte, werkzaam in de bloemenwinkel, hebben bij de politie verklaard niets te weten van onderverhuur van de bedrijfsruimte. Zij kennen deze [naam 3] niet en hebben hem nooit bij de bedrijfsruimte gezien. [getuige 1] heeft verklaard: ‘de enige die vaak in de bedrijfsruimte was, was [verdachte] zelf.’

Feit 2

Uit onderzoek door medewerkers van Liander is gebleken dat er in ieder geval in de periode van december 2013 tot 23 november 2014 een hennepplantage in bovengenoemd perceel was ingericht. Doordat de hoofdbeveiliging ten behoeve van de elektrische installatie werd verzwaard werd niet voldaan aan de norm NEN 1010, zijnde de minimale veiligheidsvoorschriften waaraan een installatie moet voldoen. Er is derhalve gevaar voor goederen te duchten geweest. De zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Aan de bovenzijde van de zekering houders in de aansluitkast was een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt. Deze aansluiting liep buiten de elektriciteitsmeter om naar de hennepplantage en voorzag deze van elektriciteit. Door voorstaande kon de juiste tarievenregeling niet worden toegepast en is stroom illegaal afgenomen ten behoeve van de hennepplantage.

Hennepkwekerij loods [adres 3] te Wezep (parketnummer 05/840406-16)

Feit 1

Aanleiding van het onderzoek en aantreffen hennepplantage

Naar aanleiding van een anonieme melding werd door de politie op 15 januari 2016 binnengetreden in een pand aan de [adres 3] te Wezep. Direct bij binnentreden ruikt de politie henneplucht. Er wordt in een van de ruimtes in de kelder van het pand een hennepplantage aangetroffen. Er staan 789 planten.

Verdachte wordt door de verbalisant aangetroffen in het woongedeelte van het pand en fouillering van verdachte levert een sleutel op die past op de enige afgesloten deur die naar de hennepkwekerij voert.

Er worden sporen aangetroffen van verdachte in de ruimtes die door middel van deze afgesloten deur te bereiken zijn. Een schoenafdruk op de zwarte aarde die werd aangetroffen in de ruimte voor de kweekruimte levert bij vergelijking een exacte overeenkomst op met de schoen van verdachte.

Een DNA onderzoek (SIN: AAIS3219NL) naar sigarettenpeuken aangetroffen op de vloer in een ruimte achter de gesloten deur levert een match op met het DNA van verdachte.

[naam 4] , verhuurder van het pand aan de [adres 3] te Wezep, heeft verklaard dat hij het pand vanaf 1 oktober 2013 aan de zoon van verdachte, medeverdachte [medeverdachte], heeft verhuurd voor € 30.000,- per jaar.

[getuige 5], partner van [medeverdachte], heeft verklaard dat haar partner het hele bedrijfspand huurde, bestaande uit 2 grote loodsen, een dansschool die door haar werd geëxploiteerd, daarboven een appartement en beneden een kelder. Zij heeft 2 jaar geleden een rondleiding door het pand gehad, dat toen volledig leeg was en de huur is een paar maanden na de rondleiding ingegaan. Haar partner zou in het pand zijn grindvloeren bedrijf starten en mogelijk aan auto’s gaan klussen. Beide zaken zijn niet van de grond gekomen. Verdachte heeft mogelijk ook een sleutel van het pand.

Verdachte beroept zich bij de politie op zijn zwijgrecht. Ter zitting verklaart verdachte dat de hennepkwekerij niet van hem was, noch van zijn zoon. Zijn zoon zou worden bedreigd door degene die de hennep uit een van de ruimtes van de kwekerij had geript. Op het moment dat de politie hem in het pand aantrof zou verdachte bezig zijn geweest met opruimen.

De rechtbank acht het alternatieve scenario van verdachte niet aannemelijk omdat dit scenario niet met feiten en omstandigheden kan worden onderbouwd, behalve op grond van de verklaring van verdachte. De hiervoor opgesomde bewijsmiddelen brengen de rechtbank tot het oordeel dat verdachte schuldig is aan het hem onder feit 1 tenlastegelegde.

Feit 2

Uit onderzoek door medewerkers van Liander is gebleken dat er in ieder geval in de periode van februari 2015 tot 15 januari 2016 een hennepplantage in bovengenoemd perceel was ingericht. De zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken en aan de onderzijde van de zekering houders was een illegale 3 fasen elektriciteitsaansluiting gemaakt. Deze liep buiten de meter om naar de hennepplantage en voorzag deze van elektriciteit. Hierdoor werd niet voldaan aan de norm NEN 1010 zijnde de minimale veiligheidsvoorschriften waaraan een installatie moet voldoen. Er is derhalve gevaar voor goederen te duchten geweest. Door voorstaande kon de juiste tarievenregeling niet worden toegepast en is stroom illegaal afgenomen ten behoeve van de hennepplantage.

Hennepplantage 2016, [adres 1] Nunspeet (parketnummers 05/840026-17)

Vrijspraak

Met betrekking tot feit 1 honoreert de rechtbank het verweer van de verdediging dat geen sprake is van medeplegen en zij spreekt verdachte vrij van dit deel van de tenlastelegging.

De rechtbank spreekt verdachte tevens vrij van het hem onder feit 2 tenlastegelegde, nu dit feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.

Feit 1:

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van bevindingen aantreffen hennepplantage, p. 9-17

- het proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de politie, p. 145 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 april 2017

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de feiten 1 en 2 tenlastegelegd onder parketnummer 05/860063-15, de feiten 1 en 2 tenlastegelegd onder parketnummer 05/840406-16 en feit 1 tenlastegelegd onder parketnummer 05/840026-17 heeft begaan, te weten dat:

05/860063-15

1.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot 23 november 2014 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 886 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend,

terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 886 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);

2.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2013 tot 23 november 2014 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen

goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);

05/840406-16

1.

hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 november 2015 tot en met 15 januari 2016 te Wezep, gemeente Oldebroek, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 3]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 789 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 789 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);

2.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2015 tot en met 15 januari 2016 te Wezep, gemeente Oldebroek, (tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen), (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);

05/840026-17

1.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 november 2016 tot en met 12 december 2016 te Nunspeet, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 586 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 586 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

parketnummer 05/860063-15

feit 1 : opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij art. 11 lid 2 van de Opiumwet, meermalen gepleegd

feit 2 : diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door verbreking, meermalen gepleegd

parketnummer 05/840406-16

feit 1 : opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij art. 11 lid 2 van de Opiumwet, meermalen gepleegd

feit 2 : diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door verbreking, meermalen gepleegd

parketnummer 05/840026-17

feit 1: opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij art. 11 lid 2 van de Opiumwet, meermalen gepleegd.

5 De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot 14 maanden gevangenisstraf met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier heeft zijn strafeis gegrond op het feit dat verdachte 3 flinke hennepkwekerijen heeft gerund voor langere perioden en dat niet langer gesproken kan worden van een ‘eenvoudige thuisteler’. Alle perioden hebben langere tijd gevaar veroorzaakt en kennelijk voordeel opgeleverd. Lopende deze strafzaak is verdachte immers weer een nieuwe hennepkwekerij gestart.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank verzocht bij de oplegging van de straf rekening te houden met het blanco strafblad van verdachte, met zijn persoonlijke omstandigheden en de negatieve media aandacht die deze zaak met zich mee heeft gebracht voor verdachte.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:

- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 20 maart 2017.

De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte zich gedurende een periode van drie jaar schuldig heeft gemaakt aan het produceren en in de omloop brengen van softdrugs (hennep). De uit hennepplanten te verkrijgen stof is bij gebruik niet alleen schadelijk voor de volksgezondheid, maar is daarnaast direct en indirect oorzaak van vele vormen van nevencriminaliteit. Verdachte heeft daarnaast ten behoeve van de productie van hennep elektriciteit weggenomen door de elektriciteitsmeter te verbreken en een illegale elektriciteitsaansluiting te maken die buiten de meter omloopt. Deze vorm van diefstal van elektriciteit brengt, naast schade voor de elektriciteitsleverancier, gevaar met zich mee voor personen en goederen. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij ten tijde van zijn strafproces in twee eerdere hennepzaken opnieuw een hennepplantage heeft opgezet en gerund.

De rechtbank stelt vast dat op het strafblad van verdachte geen eerdere veroordelingen inzake de Opiumwet voorkomen.

Alles overwegende zal de rechtbank verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden opleggen.

7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [naam 4], heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 1 (parketnummer 05/840406-16) bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 15.397,43.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [naam 4] hoofdelijk toe te wijzen tot het bedrag van € 4.375,68 waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 53 dagen hechtenis en toepassing van de wettelijke rente vanaf 15 januari 2016. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft bepleit de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren omdat de vordering niet eenvoudig van aard is en niet geschikt om in het strafproces mee te nemen. Subsidiair heeft de verdediging de rechtbank verzocht de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren in een deel van de door haar opgevoerde kosten, danwel de opgevoerde kosten te minderen, nu deze geen rechtstreeks gevolg zijn van de tenlastegelegde feiten, respectievelijk niet voldoende zijn onderbouwd.

Beoordeling door de rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot een bedrag van

€ 4.375,68 schade heeft geleden (zijnde de gevorderde schade minus het verlies huurinkomsten en de makelaarskosten), waarvoor verdachte en zijn mededader [medeverdachte] naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 53 dagen hechtenis en toepassing van de wettelijke rente vanaf 15 januari 2016. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn vordering.

De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader is of wordt voldaan.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 36e, 47, 57, 91, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3, 11 van de Opiumwet .

9 De beslissing

De rechtbank:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf van 14 (veertien) maanden;

 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam 4] van € 4.375,68 (vierduizend driehonderdvijfenzeventig euro en achtenzestig eurocent), vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil;

legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij een bedrag van € 4.375,68 te betalen met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis van 53 dagen zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;

bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;

verklaart de benadeelde partij [naam 4] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;

Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.J. Evers (voorzitter), mr. M.F. Gielissen en mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Erp-Noordenbos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 april 2017.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2], brigadier van politie eenheid Oost Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte stamproces-verbaal, dossiernummer PL0600-2014181390 gesloten op 6 juli 2015 te Harderwijk, in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Proces-verbaal van bevindingen horen [naam 5], p. 155

Proces-verbaal van bevindingen aantreffen hennepplantage, p. 157 en 161

Uittreksel kadaster, p. 167

Proces-verbaal getuigenverklaring [naam 1] bij de rechter-commissaris

Huurovereenkomsten [adres 2], p. 122 en [adres 5], p. 132

Proces-verbaal getuigenverhoor [naam 2], p. 128

Proces-verbaal getuigenverklaring [naam 3] bij de rechter-commissaris, d.d. 29 december 2016 en Proces-verbaal getuigenverklaring [naam 3], p. 176-179, 184 en proces-verbaal vermissing identiteitsbewijs, p. 186

Schriftelijk bescheid, huurovereenkomst, p. 152

Proces-verbaal getuigenverklaring [getuige 1], p. 194 e.v.

Proces-verbaal getuigenverklaring [getuige 2], p. 197 e.v.

Proces-verbaal getuigenverklaring [getuige 3], p. 201

Proces-verbaal verklaring [getuige 4], p. 406

Proces-verbaal getuigenverklaring [getuige 1], p. 194 e.v.

Proces-verbaal aangifte Liander, p. 75 - 77 + fotobladen p. 79 - 101

Aangetroffen feiten en omstandigheden die wijzen op meerdere oogsten, p. 89

Berekening energieverbruik kweekruimten A - F, p. 93-98

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3], brigadier van politie eenheid Oost Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte stamproces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016572125 gesloten op 18 april 2016 te Nunspeet, in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 21

NFI onderzoek, p. 112

Proces-verbaal getuigenverklaring [naam 4], verhuurder, p. 63 e.v.

Proces-verbaal verklaring [naam 6], p. 157 e.v.

Proces-verbaal verklaring [naam 6], p. 163

Aangifte Liander, p. 80 e.v.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 4], hoofdagent van politie eenheid Oost Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte stamproces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016572125 gesloten op 30 december 2016 te Nunspeet, in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature