Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling van de jeugdige verdachte voor een gewelddadige straatroof, een winkeldiefstal en een mishandeling. Extra kwalijk is dat het mishandelde slachtoffer door de verdachte te grazen is genomen omdat hij een voor verdachte belastende verklaring had afgelegd tegenover de politie.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team jeugd

Parketnummer: 10/661181-16

Datum uitspraak: 1 november 2016

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op te [geboorteplaats],

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres],

raadsman: mr. B. Kizilocak, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen met gesloten deuren van 11 oktober 2016 en 24 oktober 2016.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R. Segerink heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 94 dagen met aftrekvan voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: JBRR), een contactverbod met

[aangever 1] tenzij er contact plaatsvindt onder begeleiding, oplegging van de leerstraf Tools4U verlengd van 30 uur, subsidiair 15 dagen jeugddetentie, alsmede een werkstraf van 50 uur, subsidiair 25 dagen jeugddetentie.

4 Waardering van het bewijs

4.1.

Bewijswaardering

4.1.1.

Verweren ten aanzien van feit 3

De verdediging heeft aangevoerd dat, gelet op de verklaring van [aangever 1] als getuige ter terechtzitting, niet vast staat dat de verdachte deze [aangever 1] daadwerkelijk heeft geslagen en/of geschopt, c.q. geraakt. De verdachte moet derhalve van dit feit worden vrijgesproken.

4.1.2.

Beoordeling van het verweer

[aangever 1] heeft tegenover de politie een verklaring afgelegd. Op verzoek van de verdediging is [aangever 1] ter terechtzitting als getuige gehoord. Ter zitting heeft

[aangever 1] wisselende verklaringen afgelegd, waarbij [aangever 1] bovendien anders heeft verklaard dan hij tegenover de politie heeft gedaan.

Hierover wordt het volgende overwogen.

Op basis van het dossier, waaronder het door de politie bij de aangever geconstateerde letsel, en de ter terechtzitting getoonde beelden van de onder 3 ten laste gelegde mishandeling, wordt de verklaring van [aangever 1] zoals afgelegd tegenover de politie geloofwaardig geacht. De verklaring die [aangever 1] als getuige ter zitting heeft afgelegd wordt als ongeloofwaardig ter zijde geschoven, nu de getuige ter zitting erg wisselend heeft verklaard, hij zijn verklaring nadat hem de betreffende camerabeelden waren getoond wederom heeft aangepast, en hij bovendien in zijn aangifte te kennen heeft gegeven heel erg bang te zijn voor (onder andere) de verdachte. Die angst is de rechtbank ter zitting niet onoprecht overgekomen.

4.2.

Bewezenverklaring feit 2

In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen voor het onder 2 aan de verdachte ten laste gelegde, houdende redengevende feiten en omstandigheden voor de bewezenverklaring van het onder 2 aan de verdachte ten laste gelegde. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het onder 2 bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

2.

hij op 10 juli 2016 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zonnebril, toebehorende aan [winkel];

4.3.

Bewezenverklaring feiten 1 en 3

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen voor het onder 1 en 3 aan de verdachte ten laste gelegde, houdende redengevende feiten en omstandigheden voor de bewezenverklaring van de onder 1 en 3 aan de verdachte ten laste gelegde. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij op 06 juli 2016 te Rotterdam op de openbare weg, te weten het [adres 2] tezamen en in vereniging met anderen

met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen Nike schoenen en een armband en een OV jaarkaart toebehorende aan [aangever 2], welke diefstal werd

voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het meermalen, althans éénmaal (telkens)

- aan die [aangever 2] (dreigend) de woorden toe te voegen: "doe je schoenen uit",

althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en

- aftasten en/of doorzoeken van de kleding en/of zakken van die [aangever 2] en

- ( met kracht) vastpakken en/of vasthouden van een/de arm(en) van die [aangever 2] en

- ( met kracht) optillen en/of (vervolgens) vasthouden van die [aangever 2] en

(vervolgens) voornoemde schoenen van die [aangever 2] uit trekken en

(vervolgens) op de grond laten vallen van die [aangever 2] en

- ( met kracht) slaan tegen het hoofd en/in het gezicht van die [aangever 2] en

- voorhouden en/of tonen van een mes aan die [aangever 2] en/of (vervolgens) met dat mes

drukken tegen een been van die [aangever 2] en

- met een mes een zwaaiende beweging maken in de richting van het hoofd van die [aangever 2];

3.

hij op 05 augustus 2016 te Rotterdam [aangever 1] heeft mishandeld door (met kracht)

op/tegen het sleutelbeen van die [aangever 1] te slaan of te stompen en tegen het hoofd van die [aangever 1] te schoppen.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5 Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.

diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen;

2.

diefstal;

3.

mishandeling.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6 Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.

De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd

De verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan een gewelddadige straatroof.

Het slachtoffer is meerdere keren op zijn hoofd geslagen, zijn zakken zijn doorzocht en een medeverdachte heeft een vlindermes aan het slachtoffer voorgehouden. Deze medeverdachte heeft het vlindermes ook tegen het been van het slachtoffer gedrukt. Er zijn een armband en een OV-kaart van het slachtoffer gestolen. Ook hebben de verdachte en zijn medeverdachten de schoenen van het slachtoffer uitgedaan en gestolen. Dit moet bijzonder vernederend zijn geweest voor het slachtoffer.

Door aldus te handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en geen enkel respect getoond voor diens eigendommen. Het betreft een ernstig feit, dat doorgaans nadelige psychische gevolgen voor het slachtoffer met zich meebrengt.

De verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan mishandeling. Dit is een ernstig feit. Extra kwalijk is dat het door de verdachte mishandelde slachtoffer door de verdachte te grazen is genomen omdat hij een voor verdachte belastende verklaring had afgelegd tegenover de politie. Door het slachtoffer te mishandelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer.

Misdrijven als de onderhavige veroorzaken gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer en in de maatschappij in het algemeen.

De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Winkeldiefstallen veroorzaken veel schade en overlast aan winkelbedrijven.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van

20 september 2016, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor

strafbare feiten.

7.3.2.

Rapportages

De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 september 2016. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.

De verdachte is in korte tijd is betrokken geraakt bij verschillende middelzware delicten. Hierbij heeft hij de grenzen van anderen niet gerespecteerd. De verdachte ziet de oplossing van zijn antisociale gedrag in het volgen van onderwijs, een goede en nuttige vrije tijdbesteding en het meer thuis blijven. De verdachte noemt daarbij geen veranderingen in zijn eigen manier van handelen. Hij is hierbij sterk externaliserend en heeft weinig oog voor de gevolgen voor de slachtoffers. In het raadsonderzoek laat de verdachte sterk sociaal wenselijk gedrag zien.

De verdachte liet storend gedrag zien op zijn school en hij heeft te weinig inzet getoond, waardoor hij niet is geslaagd voor zijn examen. De verdachte volgt momenteel volwassenenonderwijs maar dat is slechts gedurende 12 uur per week. Voorts werkt hij 6 uur per week als vakkenvuller. Hij heeft daarnaast geen nuttige vrijetijdsbesteding. De verdachte heeft zijn delictgedrag vertoond in zijn vrije tijd.

De vaardigheden van de verdachte in het kunnen inschatten van de interne en externe risicofactoren, de situaties en zijn aandeel hierin lijken te kort te schieten. De verdachte is geneigd te externaliseren en te bagatelliseren.

De verdachte dient zijn vaardigheden te vergroten en ook meer empathie te ontwikkelen voor de slachtoffers. Een gedragsinterventie, gericht op het vergroten van de vaardigheden in het herkennen van het eigen aandeel in situaties en zelfreflectie in het handelen, kan de kans op herhaling verkleinen. Ook het herkennen en accepteren van grenzen van anderen zijn onderdelen welke opgenomen dienen te worden binnen de gedragsinterventie.

In het raadsonderzoek toonde de verdachte sociaal wenselijk gedrag. Het is van belang dat de verdachte openheid gaat tonen in zijn denken en de wijze waarop hij situaties kan inschatten en oplossen om de kans op herhaling te kunnen verlagen en om de vaardigheden te vergroten in het oplossen van lastige situaties. Een gedragsinterventie in de vorm van Tools4U lijkt hierbij passend om de ontwikkeling van de verdachte te kunnen bevorderen. Daarnaast zal de dag- en vrijetijdsbesteding met school, sport en werk vormgegeven dienen te worden. De Raad schat in dat de verdachte dit niet eigenhandig kan. Hierbij ziet de Raad een grote meerwaarde in begeleiding vanuit de jeugdreclassering.

Geadviseerd wordt aan de verdachte de gedragsinterventie Tools4U op te leggen met de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering

De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.

De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, afdeling jeugdreclassering heeft een Plan van Aanpak opgemaakt, gedateerd 28 september 2016.

Het advies is om aan de verdachte onder meer de leerstraf Tools4U op te leggen en dan de verlengde variant van de leerstraf, bestaande uit 12 bijeenkomsten.

De rechtbank heeft eveneens acht geslagen op dit rapport.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.

Nu de Raad en de JBRR begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk achten, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen jeugddetentie voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

Gezien de ernst van de feiten zal de rechtbank ook een werkstraf van na te noemen duur opleggen.

Met oog op de adviezen in de rapporten die over de verdachte zijn uitgebracht, zal de rechtbank ook een leerstraf van na te noemen duur opleggen.

Alles afwegend worden na te noemen straffen passend en geboden geacht.

8 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77 g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 300, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10 Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 94 (vierennegentig) dagen,

bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot 90 (negentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;

stelt de proeftijd vast op 2 (twee) jaren onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:

- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;

- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;

- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;

en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:

- zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, zolang die instelling zulks nodig acht;

- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [aangever 2] en [aangever 1], zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;

- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [aangever 1], zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, tenzij het contact met [aangever 1] onder begeleiding van de jeugdreclassering plaatsvindt;

geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 50 (vijftig) uur, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;

beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 25 (vijfentwintig)dagen;

legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit de leerstraf Tools4U verlengd voor de duur van 30 (dertig) uur, waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject van de Raad voor de Kinderbescherming;

beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 15 (vijftien)dagen.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. L.A. Pit, voorzitter, tevens kinderrechter,

en mrs. M.P. van der Stroom en F. Aukema-Hartog, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. S.A. Commandeur, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 november 2016.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 06 juli 2016 te Rotterdam op de openbare weg, te weten het [adres 2], althans op een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 2] heeft gedwongen tot de afgifte van Nike schoenen en/of een armband en/of een OV jaarkaart, althans één of meerdere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s)

en/of

met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen Nike schoenen en/of een armband en/of een OV jaarkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan

zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen,

althans éénmaal (telkens)

- aan die [aangever 2] (dreigend) de woorden toe te voegen: "doe je schoenen uit",

althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of

- aftasten en/of doorzoeken van de kleding en/of zakken van die [aangever 2] en/of

- ( met kracht) vastpakken en/of vasthouden van een/de arm(en) van die [aangever 2]

en/of

- ( met kracht) optillen en/of (vervolgens) vasthouden van die [aangever 2] en/of

(vervolgens) voornoemde schoenen van die [aangever 2] uit te trekken en/of

(vervolgens) op de grond laten vallen van die [aangever 2] en/of

- ( met kracht) slaan tegen het hoofd en/in het gezicht van die [aangever 2] en/of

- voorhouden en/of tonen van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp

aan die [aangever 2] en/of (vervolgens) met dat mes, althans een scherp en/of

puntig voorwerp, drukken/prikken tegen/in een been van die [aangever 2] en/of

- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (een) zwaaiende en/of

stekende (beweging(en) maken in de richting van het hoofd, althans in de het

richting van het lichaam, van die [aangever 2];

(Artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht )

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op of omstreeks 10 juli 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zonnebril, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;

(art. 310 Wetboek van Strafrecht) parketnummer 10/143040-16

3.

hij op of omstreeks 05 augustus 2016 te Rotterdam [aangever 1] heeft mishandeld door meermalen, althans éénmaal (met kracht) op/tegen het sleutelbeen en/of in het gezicht en/of tegen het hoofd, althans tegen het lichaam, van die [aangever 1] te slaan en/of te stompen en/of tegen het hoofd, althans tegen het lichaam, van die [aangever 1] te schoppen/trappen;

(Artikel 300 Wetboek van Strafrecht ) (parketnummer 10/662105-16)


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature