Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

kinderalimentatie , draagkracht, aanwenden ontslagvergoeding

Uitspraak



(bij vervroeging)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER

BESCHIKKING van 4 augustus 2009 in de zaken met landelijke zaaknummers 200.028.321/01 en 200.028.318/01 van:

[…],

wonende te […],

APPELLANT,

advocaat: mr. O.M. Karam te Amsterdam,

t e g e n

[…],

wonende te […],

GEÏNTIMEERDE,

advocaat: mr. G.B.J.M. Spoormans te Amsterdam.

1. Het geding in hoger beroep

1.1. Appellant en geïntimeerde worden hierna respectievelijk de man en de vrouw genoemd.

1.2. De man is op 18 maart 2009 in hoger beroep gekomen van een gedeelte van de beschikking van 31 december 2008 van de rechtbank te Amsterdam, met kenmerk 400075/FA RK 08-4397.

1.3. De vrouw heeft op 12 mei 2009 een verweerschrift ingediend.

1.4. De man heeft op 4 juni 2009 een aanvullend verzoek houdende reactie op het verweer van de vrouw ingediend.

1.5. Aan de zijde van de man zijn op 10 en 15 juni 2009 nadere stukken ingediend.

1.6. De vrouw heeft bij akte van 15 juni 2009, met bijlagen, gereageerd op het aanvullend verzoek van de man.

1.7. De zaak is op 25 juni 2009 ter terechtzitting behandeld.

1.8. Ter terechtzitting zijn verschenen:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat.

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.

2. De feiten

2.1. Partijen zijn op 7 juni 1990 op het Turkse consulaat te Rotterdam gehuwd. Hun huwelijk is op 23 april 2009 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 31 december 2008 in de registers van de burgerlijke stand. Uit hun huwelijk zijn geboren [de minderjarige A] [in] 1992 en [de minderjarige B] [in] 1995 (hierna ook: de kinderen).

2.2. Ten aanzien van de man is het volgende gebleken.

Hij is geboren [in] 1965. Hij is alleenstaand.

Het hof heeft, voorzover hierna bedragen zijn genoemd, deze telkens afgerond, tenzij anders vermeld.

Hij was werkzaam bij (naam bedrijf) B.V. te […]. Zijn inkomen bedroeg € 2.548,- bruto per maand, exclusief vakantietoeslag, onregelmatigheidstoeslag, ziekenbonus en toeslagen voor feestdagen. Per 30 april 2009 is hij ontslagen. Hij heeft een ontslagvergoeding ontvangen van € 19.476,- bruto.

Hij ontvangt per 1 mei 2009 een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet van € 108,- bruto per dag, exclusief vakantiegeld. Per 1 augustus 2009 komt hij in aanmerking voor een uitkering van € 101,- bruto per dag, exclusief vakantiegeld.

Hij betaalt huur.

Hij betaalt € 105,- per maand aan premie voor een zorgverzekering .

2.3. Ten aanzien van de vrouw is het volgende gebleken.

Zij is geboren [in] 1971. Zij vormt samen met de kinderen een eenoudergezin.

3. Het geschil in hoger beroep

3.1. Bij de bestreden beschikking is - voor zover thans van belang - een door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen bepaald van € 400,- per kind per maand en is de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van partijen vastgesteld. In het kader van die verdeling is aan de vrouw toegedeeld de voormalig echtelijke woning aan de [a] te […] (hierna: de woning), de daarop gevestigde hypothecaire geldlening, de spaarpolis op haar naam, de helft van de inboedel, haar kleding en andere lijfsgoederen en het flexibel krediet met nummer [b] groot € 4.300,-. Aan de man is toegedeeld de spaarpolis op zijn naam, de helft van de inboedel, zijn kleding en andere lijfsgoederen en het flexibel krediet met nummer [c] groot € 15.200,-.

3.2. De man verzoekt - naar het hof begrijpt - het verzoek tot het vaststellen van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen alsnog af te wijzen en - naar het hof begrijpt - te bepalen dat het flexibel krediet met nummer [b] en het flexibel krediet met nummer [c] door partijen ieder voor een gelijk deel zal worden gedragen, althans een zodanige beslissing te nemen als het hof juist zal achten, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre.

Bij bovenvermeld aanvullend verzoek heeft de man verzocht de scheiding en deling van de huwelijksgemeenschap te gelasten terzake, naar het hof begrijpt:

- de woning;

- de op de woning gevestigde hypothecaire geldlening;

- de inboedel;

- vijf percelen in Turkije;

- twee kilo goud, opgeslagen in de kluis van de vader van de vrouw;

- een spaarpolis bij de ABN Amro op naam van [de minderjarige A];

- een spaarpolis bij Delta Lloyd op naam van [de minderjarige B].

3.3. De vrouw verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen. Verder verzoekt zij het aanvullend verzoek van de man niet in behandeling te nemen, althans de man daarin niet-ontvankelijk te verklaren.

4. Beoordeling van het hoger beroep

Verdeling

4.1. Niet in geschil is dat Turks recht van toepassing is op het huwelijksgoederenregime en dat dientengevolge per

1 februari 2002 tussen partijen een gemeenschap van goederen is ontstaan.

4.2. Ter zitting zijn partijen het navolgende overeengekomen.

- Over de aan partijen in eigendom toebehorende percelen grond, alsmede de daarop gevestigde onroerende zaak/zaken in Turkije zullen partijen in Turkije een verdelingsprocedure aanhangig maken.

- Het flexibel krediet bij de ABN Amro bank met nummer [c] zal op beider naam van partijen blijven staan. Partijen zullen hun medewerking verlenen om voornoemd krediet te blokkeren. Zij zullen daartoe gelijktijdig op het desbetreffende ABN Amro kantoor verschijnen alwaar zij beiden een overeenkomst ter blokkering van het krediet zullen ondertekenen. De vrouw zal de rente van het krediet voor haar rekening nemen, de man zal maandelijks een bedrag van € 115,- aflossen.

- De spaarpolissen ten behoeve van de kinderen bij de ABN Amro bank en Delta Lloyd zullen niet worden verdeeld. Partijen zullen de betaling van de verschuldigde premies in onderling overleg regelen.

- Het flexibel krediet bij de ABN Amro bank met nummer [b] zal zonder verrekening door de vrouw worden afgelost.

- De woning, de daarop gevestigde hypothecaire geldleningen bij de ABN Amro bank met nummers [d] en [e] en de aan de hypothecaire geldleningen gekoppelde polissen bij de ABN Amro bank met nummers [f] en [g] zullen zonder verrekening aan de vrouw worden toegedeeld. Partijen zullen hun medewerking verlenen aan het ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor voornoemde hypothecaire geldleningen.

- De ontslagvergoeding van € 19.476,- bruto die de man heeft ontvangen, zal zonder verrekening aan hem worden toegedeeld.

Het hof zal het overeengekomende in het dictum opnemen. Het standpunt van de vrouw dat zij door de late indiening van het aanvullend verzoek van de man in haar verdediging is geschaad, behoeft gezien het vorenstaande geen nadere behandeling.

Ten aanzien van de overige geschilpunten overweegt het hof als volgt.

Ter zitting heeft de vrouw toegezegd dat zij haar medewerking zal verlenen aan de verdeling van de inboedel. Het hof heeft geen reden daaraan te twijfelen, zodat zal worden bepaald dat de inboedel tussen partijen in onderling overleg zal worden verdeeld.

Vaststaat dat partijen sieraden in eigendom hebben die zich in een kluis van de vader van de vrouw bevinden. Partijen hebben evenwel nagelaten inzicht te bieden in de hoeveelheid sieraden en de waarde daarvan, zodat het hof zich onvoldoende voorgelicht acht om over de wijze van verdeling te kunnen oordelen. Het hof zal om die reden bepalen dat de verdeling van de sieraden in onderling overleg zal plaatsvinden.

Ter zitting heeft de man betoogd dat de vrouw een belastingteruggave heeft ontvangen die voor hem bestemd is en dat zij het bedrag van de belastingteruggave aan hem dient te vergoeden. De vrouw heeft in reactie daarop te kennen gegeven dat zij door de Belastingdienst is aangesproken deze teruggave terug te storten. Het hof heeft geen reden te veronderstellen dat de vrouw aan haar verklaring geen gevolg zal geven, zodat het verzoek van de man zal worden afgewezen.

Kinderalimentatie

4.3. De behoefte van de vrouw aan de bij de bestreden beschikking vastgestelde bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen wordt niet betwist en staat derhalve vast.

De man heeft betoogd dat bij hem de draagkracht ontbreekt een bijdrage te voldoen. De vrouw heeft dat standpunt betwist en daartoe het inkomen en de woonlasten van de man ter discussie gesteld.

4.4. Bij de bepaling van de draagkracht van de man zal het hof tot 1 mei 2009 rekening houden met het inkomen dat hij in dienstverband genoot. Met ingang van 1 mei 2009 gaat het hof uit van de uitkering die de man ingevolge de Werkloosheidswet geniet. Daarnaast wordt de man, zoals de vrouw terecht heeft betoogd, geacht een deel van zijn ontslagvergoeding aan te wenden om zijn uitkering aan te vullen, temeer nu van hem kan worden gevergd dat hij binnen afzienbare tijd wederom een inkomen uit dienstverband zal genereren. In redelijkheid zal worden uitgegaan van een extra inkomen te dier zake van € 200,- bruto per maand. Het hof gaat in dat verband voorbij aan de stelling van de man ter zitting dat hij de ontslagvergoeding heeft aangewend om een schuld aan zijn broer af te lossen, omdat het bestaan en de noodzaak tot het aangaan van deze schuld, gezien de betwisting door de vrouw, niet aannemelijk is geworden. Dat de man herinrichtingskosten heeft gemaakt en daarvoor een deel van zijn ontslagvergoeding heeft aangewend, zoals door de man is gesteld, is evenmin aannemelijk geworden. Voor zover de man heeft betoogd dat hij in de toekomst nog herinrichtingskosten zal maken, acht het hof de noodzaak daartoe, in het licht van het aanbod van de vrouw de inboedel te delen, niet aanwezig en gaat het hof hieraan eveneens voorbij.

4.5. Uit de stukken is gebleken dat de man een kale huurlast heeft van € 875,- per maand. Ter zitting heeft de man desgevraagd te kennen gegeven dat hij zijn appartement tot kortgeleden gedurende een periode van elf maanden met een huisgenoot heeft gedeeld. Het hof zal om die reden tot 1 mei 2009 de helft van de door de man opgevoerde woonlasten in aanmerking nemen. De huisgenoot van de man kon in die periode worden geacht de andere helft voor zijn rekening te nemen. Met ingang van 1 mei 2009 houdt het hof rekening met een in redelijkheid vast te stellen woonlast van € 500,- per maand. Gezien het inkomen van de man overstijgt een hoger bedrag het plafond van een redelijke woonlast. De man wordt geacht met zijn ontslagvergoeding tevens het verschil tussen zijn werkelijke woonlast en het door dit hof in aanmerking te nemen deel te voldoen. Het hof gaat er daarbij van uit dat de man zich ertoe zal inspannen om een huisgenoot te zoeken, dan wel een goedkopere woning te betrekken.

4.6. Op grond van de feiten en omstandigheden die hiervoor zijn vermeld en van hetgeen hiervoor is overwogen, is een door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen van € 375,- per kind per maand met ingang van 31 december 2008 tot 1 mei 2009, van € 100,- per kind per maand met ingang van 1 mei 2009 tot 1 augustus 2009 en van € 70,- per kind per maand met ingang van 1 augustus 2009 in overeenstemming met de wettelijke maatstaven.

4.7. Voorzover de man vanaf 31 december 2008 tot heden meer heeft betaald en/of meer op hem is verhaald dan de onder 4.6 vermelde bijdrage, kan van de vrouw, nu een dergelijke bijdrage van maand tot maand pleegt te worden verbruikt en aan haar zijde niet is gebleken van enig vermogen, in redelijkheid niet worden gevergd dat zij het meerdere terugbetaalt.

4.8. Dit leidt tot de volgende beslissing.

5. Beslissing

Het hof:

vernietigt de beschikking waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:

bepaalt de door de man bij vooruitbetaling te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met ingang van 31 december 2008 tot 1 mei 2009 op € 375,- (DRIEHONDERD VIJFENZEVENTIG EURO) per kind per maand, met ingang van 1 mei 2009 tot 1 augustus 2009 op € 100,- (EENHONDERD EURO) per maand en met ingang van

1 augustus 2009 op € 70,- (ZEVENTIG EURO) per kind per maand; met dien verstande dat, voorzover de man over de periode vanaf 31 december 2008 tot heden meer heeft betaald en/of op hem is verhaald, de bijdrage tot heden wordt bepaald op hetgeen door de man is betaald en/of op hem is verhaald;

stelt vast dat partijen zijn overeengekomen dat zij hun medewerking zullen verlenen om het flexibel krediet bij de ABN Amro bank met nummer [c] te blokkeren, waarbij de vrouw de rente terzake dat krediet voor haar rekening zal nemen en de man maandelijks een bedrag van € 115,- zal aflossen;

bepaalt dat het flexibel krediet bij de ABN Amro bank met nummer [b] zonder verrekening door de vrouw zal worden afgelost;

bepaalt dat de woning aan [a] te […], de daarop gevestigde hypothecaire geldleningen bij de ABN Amro bank met nummers [d] en [e] en de aan de hypothecaire geldleningen gekoppelde polissen bij de ABN Amro bank met nummers [f] en [g] zonder verrekening aan de vrouw zullen worden toegedeeld, met dien verstande dat partijen hun medewerking zullen verlenen aan het ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor voornoemde hypothecaire geldleningen;

bepaalt dat de door de man ontvangen ontslagvergoeding van € 19.476,- bruto zonder verrekening aan hem zal worden toegedeeld;

bepaalt dat de inboedel in onderling overleg zal worden verdeeld;

bepaalt dat de aan partijen toebehorende sieraden in onderling overleg zullen worden verdeeld;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het in hoger beroep meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. M. Wigleven, G.J. Driessen Poortvliet en J.E. Geuzinge in tegenwoordigheid van

mr. B.J. Voerman als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 augustus 2009.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature