Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Erfrecht (oud). Schending recht op legitieme portie. Omvang van de legitieme portie en schenkingen.

Uitspraak



Uitspraak : 26 april 2006

Rolnummer : 2003/1183

Rol.nr rb. : 01/2099

GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE

FAMILIEKAMER

A r r e s t

in de zaak van:

De vrouw,

wonende te `s-Gravenhage,

appellante,

hierna te noemen: appellante,

procureur mr. M.K. Menthon Bake,

tegen

De man,

wonende te Voorburg,

geïntimeerde,

hierna te noemen: geïntimeerde,

procureur mr. O.Diels.

HET GEDING

Bij exploot van 11 september 2003 is appellante in hoger beroep gekomen van het vonnis van 26 maart 2003, van de rechtbank te `s-Gravenhage tussen de partijen gewezen.

Voor de loop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar hetgeen de rechtbank daaromtrent in het bestreden vonnis heeft vermeld.

Bij memorie van grieven (met producties) heeft appellante 15 grieven aangevoerd.

Bij memorie van antwoord (met producties) heeftgeïntimeerde de grieven bestreden.

Appelante heeft een akte genomen op 21 juli 2005 en 1 september 2005.

Geïntimeerde heeft een akte genomen op 13 oktober 2005.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

1. Voorzover tegen de feiten geen grief is gericht gaat het hof uit van de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank.

2. Appellante vordert vernietiging van het vonnis van 26 maart 2003 tussen partijen gewezen, en, opnieuw rechtdoende, bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad voorzover de wet zulks toelaat, geïntimeerder alsnog in zijn vorderingen niet ontvankelijk te verklaren, althans hem die te ontzeggen, en de vorderingen in reconventie van appellante alsnog volledig toe te wijzen, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties.

3. In eerste aanleg heeft appellante in reconventie gevorderd:

a) Geïntimeerde te veroordelen binnen een bij dezen te wijzen vonnis te bepalen termijn aan appellante af te geven, althans haar inzage te verschaffen, in de volledige door erflaatster en erflater gevoerde administratie, zulks onder verbeurte van een dwangsom van ƒ 1000,00 voor iedere dag dat hij daarmee in gebreke is;

b) Te vernietigen de giften en de testamentaire beschikkingen van erflaatster, voorzover deze inbreuk maken op de legitieme van appellante;

c) Te vernietigen de giften en de testamentaire beschikkingen van erflater, voorzover deze inbreuk maken op de legitieme van appellante;

d) De omvang van de nalatenschap van erflaatster en erflater vast te stellen met inachtneming van het door appellante aangevoerde;

e) De verdeling van de nalatenschap van erflaatster en erflater vast te stellen op de wijze als hiervoor omschreven;

f) Geïntimeerde te veroordelen over te gaan tot verdeling van de nalatenschap overeenkomstig het terzake door de rechtbank vastgestelde;

g) Geïntimeerde te veroordelen in de kosten van de procedure.

4. Geïntimeerder heeft de grieven gemotiveerd weersproken en verzocht het vonnis waarvan beroep te bekrachtigen met veroordeling vanappellante in de kosten van het hoger beroep.

Beroep legitieme

5. Het hof bespreekt de grieven 1 tot en met 4, alsmede de grieven 11 en 12, gemeenschappelijk. Uit de gewisselde stukken van partijen volgt dat erflaatster appellante bij testament in haar legitieme heeft gesteld. Erflaatster is op 13 december 1995 overleden. Uit de aangifte voor het recht van successie volgt dat het aandeel van appellantein de nalatenschap van erflaatster was ƒ 9.036,84 en van geïntimeerde ƒ 13.555,27. Erflater is 8 maart 1997 overleden. Uit de aangifte voor het recht van successie van erflater volgt dat het saldo van de nalatenschap was ƒ 71.037,15. Appellante en geïntimeerder zijn gelijk gerechtigd in het saldo van de nalatenschap. In de aangifte van het recht van successie van erflater is een beschrijving gegeven van de baten en de schulden. Tot de schulden behoren de vorderingen van respectievelijk appellante (f 9.036,84 + rente f 301,00) en geïntimeerde (f 13.555,27 + rente f 452,00) terzake de aan erflater uitgekeerde erfdelen van zijn kinderen in de nalatenschap van erflaatster.

6. De nalatenschappen van erflaatster en erflater zijn opengevallen onder het oude erfrecht. Op de nalatenschappen is het oude erfrecht van toepassing.

7. Uit de grieven volgt dat appellante een beroep doet op haar legitieme portie, althans de omvang van de nalatenschap van erflaatster vastgesteld wenst te zien, teneinde te kunnen beoordelen of haar recht op de legitieme portie al dan niet is geschonden. In punt 14.4 stelt appellante dat de legitimaire massa pas kan worden vastgesteld indien zij volledige inzage heeft in de administratie van erflater en erflaatster. Zij stelt dat voor de berekening van haar legitieme rechten relevant zijn de schenkingen die geïntimeerde in het verleden van erflaatster en erflater heeft verkregen. Om de omvang van de legitimaire massa te kunnen berekenen heeft appellante – volgens haar zegge – inzicht nodig in de administratie van erflater en erflaatster. In punt 13 van de memorie van antwoord stelt geïntimeerde dat bij de vaststelling van de legitimaire massa rekening dient te worden gehouden met alle schenkingen, zodoende niet alleen de vermeende schenkingen aan geïntimeerde, maar ook aan derden. Naar de mening van geïntimeerde zijn er echter alleen gebruikelijke schenkingen gedaan, zoals verjaardagscadeaus.

Administratie.

8. Appellante stelt dat geïntimeerder niet de volledige administratie van erflater en erflaatster in het geding heeft gebracht. Geïntimeerde heeft in punt 24 van de memorie van antwoord gesteld dat hij de volledige administratie in het geding heeft gebracht voor zover hij daarover beschikte. Voorts heeft hij gesteld dat hem niet bekend is wat erflater met de ontbrekende stukken heeft gedaan. Voorts heeft hij gesteld dat het op de weg van appellante heeft gelegen om de ontbrekende stukken bij de bank zelf op te vragen.

9. Uit het debat tussen partijen blijkt dat het appellante met name gaat om bank- en giroafschriften, die betrekking hebben op de periode vóór het overlijden van erflaatster en erflater. Geïntimeerde heeft gesteld dat hij de administratie van erflater en erflaatster in het geding heeft gebracht voorzover hij daarover beschikte. Voorts heeft hij gesteld dat het op de weg van appellante heeft gelegen om de ontbrekende stukken bij de bank zelf op te vragen. Door appellante is geen specifiek bewijsaanbod gedaan dat geïntimeerde over de gehele administratie van erflater en erflaatster beschikte. Het hof is van oordeel dat, nu het appellante met name gaat om bank- en giroafschriften, het op de weg van appellante lag om de ontbrekende giro- of bankafschriften op te vragen bij de Postbank of de betreffende banken. Als erfgenaam had geïntimeerde bij de betreffende banken inzage kunnen verlangen in de betreffende afschriften, dan wel copiën daarvan kunnen opvragen. Nu appellante niet zelf copiën van de ontbrekende bankafschriften heeft opgevraagd, geïntimeerde uitdrukkelijk stelt niet meer in zijn bezit te hebben dan is overgelegd en appellante geen specifiek bewijsaanbod heeft gedaan dat geïntimeerde over de volledige administratie van erflater en erflaatster beschikt, treft grief 11 geen doel.

Schenkingen

10. In punt 5.6 van de memorie van grieven stelt appellante dat een drietal schenkingen aan de orde:

a) Een sport auto die door geïntimeerde is gekocht van mevrouw L. en waarvan de koopsom is betaald door erflater en of erflaatster;

b) Een geldbedrag dat geïntimeerde heeft geleend van de familie M., welk bedrag door erflater en of erflaatster is terug betaald;

c) Een geldlening die de echtgenoot van appellante aan geïntimeerde heeft verstrekt, en door erflater en of erflaatster is terug betaald.

Voorts stelt appellante dat erflaatster aan geïntimeerde bedragen heeft toegestopt.

11. Op bladzijde 4 van zijn memorie van antwoord heeft geïntimeerde gesteld dat hij de auto van mevrouw L. gekocht heeft en dat hij de koopsom zelf in delen aan mevrouw L. heeft terug betaald. Geïntimeerde heeft voorts gesteld dat hij in 1969 van de familie M. geld heeft geleend voor de aankoop van een ford en dat hij de lening zelf heeft terug betaald. Door geïntimeerde is ontkend dat hij van de echtgenoot van appellante geld heeft geleend. Door appellante zijn geen verificatoire bescheiden in het geding gebracht waaruit volgt dat geïntimeerde van de echtgenoot van appellante geld heeft geleend. Appellante heeft geen concreet bewijs aangeboden dat de koopsom van de auto en de geldlening van de familie M. door erflater en of erflaatster is terug betaald.

12. Het hof stelt vast dat door appellante geen verificatoire bescheiden in het geding zijn gebracht betreffende de door haar gestelde schenkingen. Geïntimeerde heeft de stellingen van appellante gemotiveerd betwist en er daarbij op gewezen dat het feiten en omstandigheden betreft uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Appellante biedt uitsluitend zichzelf als partij getuige en haar echtgenoot als getuige aan. Waar appellante stelt dat geïntimeerde van haar echtgenoot gelden heeft geleend, had het toch tenminste op haar weg gelegen de bedragen te noemen die het betrof alsmede tenminste globaal de data waarop de bedragen werden geleend, respectievelijk terugbetaald en / of verificatoire bescheiden terzake over te leggen. Gezien de vaagheid van de door appellante geponeerde stellingen, de gemotiveerde betwisting door geïntimeerde en het volledig ontbreken van enig stuk terzake, is het hof van oordeel dat Weijerman niet aan haar stelplicht heeft voldaan, althans niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is geweest van schenkingen als door appellante gesteld – behoudens de hierna te noemen schenkingen van schilderijen en inboedelgoederen - van erflater en of erflaatster aan geïntimeerde. De blote stelling van appellante dat erflaatstser geïntimeerde in het verleden bedragen heeft toegestopt is, in het licht van de uitdrukkelijke betwisting daarvan door geïntimeerdeen het ontbreken van een specifiek bewijsaanbod zijdens appellante, ontoereikend om deze stelling te aanvaarden. Het hof volgt appellante niet in haar stelling dat de contante opnamen van gelden van erflater of erflaatster, al of niet met gebruik van een pinpas, schenkingen aan geïntimeerde betroffen. De opnamen zijn niet buitensporig te noemen. Aannemelijk is dat de opgenomen gelden aan de huishouding van erflaatster en erflater ten goede zijn gekomen.

13. Gelet op hetgeen is overwogen onder 5. tot en met 7., 9. en 12. hierboven, leiden de grieven 1 tot en met 4, alsmede de grieven 11 en 12 niet tot vernietiging van het bestreden vonnis. De grieven 1 tot en met 4 geven aanleiding tot verbetering van de gronden waarop de uitspraak rust: Appellante maakt in de nalatenschap van erflaatster uitsluitend aanspraak op de legitieme portie (grief 1). Voorzover de rechtbank zou miskennen dat de legitieme portie uitsluitend wordt berekend over hetgeen aanwezig was ten tijde van het overlijden en derhalve buiten beschouwing zou blijven hetgeen bij leven is geschonken, is grief 2 terecht voorgedragen. Van schenkingen als door appellante gesteld is evenwel niet (genoegzaam) gebleken. Ook grief 3, juist voorzover de rechtbank de dwingendrechtelijke bepalingen inzake het berekenen van de legitieme portie zou hebben genegeerd, leidt niet tot vernietiging. Hetzelfde geldt voor grief 4, in combinatie met grief 11: het hof verwijst naar hetgeen is overwogen onder 9. hierboven. Op grond van hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat erflaatster en of erflater schenkingen aan geïntimeerde heeft verricht behoudens de hierna te noemen schilderijen en inboedelgoederen. Door appellante is geen grief gericht – met uitzondering van de Peugeot 205 - tegen de waardering van de in de aangiften voor het recht van successie vermelde goederen. Op grond van hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat haar legitieme rechten zijn geschonden. Aangezien appellante niet heeft aangetoond dat haar legitieme rechten zijn geschonden is het leerstuk van de inbreng in deze zaak niet relevant.

De roerende zaken

Peugeot 205

14. Tot de onverdeelde nalatenschap behoorde een Peugeot 205 uit het bouwjaar 1989. De auto was in bruikleen bij de dochter van geïntimeerde. De dochter van geïntimeerde heeft de auto verkocht voor ƒ 1.750,00. Het hof acht het redelijk en billijk dat de waarde van deze auto voor ƒ 1.750,00 in de verdeling wordt betroken.

Goederen die niet in de verdeling zijn opgenomen.

15. In punt 9.3 stelt appellante dat een aantal goederen niet in de verdeling zijn betrokken aangezien geïntimeerde die goederen zonder mede weten en toestemming van appellante heeft meegenomen. Uit punt 9.7 volgt dat niet in de verdeling is meegenomen:

a) een televisietoestel met onderstel;

b) een nieuwe tweezitsbank;

c) twee stoelen;

d) twee wedgwood koffiekopjes;

e) één karaf;

f) de aanwezige drankvoorraad;

g) de fotoalbums.

16. Voorts stelt appellante in punt 9.8 dat geïntimeerde bij de verhuizing van erflater van [adres woning] in voorburg naar het verzorgingshuis Oldeslo te Den-Haag een groot aantal goederen zonder mede weten en of instemming van appellante heeft meegenomen. Het betreft de navolgende goederen:

a) alle schilderijen waaronder een Oppenoort, Knikkert en Evert Moll;

b) twee antieke spiegels;

c) een antiek servies;

d) antiek glaswerk;

e) al het zilver;

f) een Queen ann tafel met acht stoelen;

g) een antieke hoekkast;

h) een ovale tafel met inleg;

i) een twaalfdelig Wedgewood thee- en koffieservies en gebakbordjes;

j) antieke glazen;

k) een bureautje;

l) een antiek kastje,

m) de perzen;

n) de postzegelverzameling.

17. In punt 9.10 stelt appellante dat zij er recht en belang bij heeft dat geïntimeerde aan haar verstrekt een volledige opgave van alle door hem meegenomen zaken waarvoor hij niet de instemming had van appellante.

18. In punt 28 heeft geïntimeerde gesteld dat hij niet zonder mede weten of instemming van appellante goederen heeft meegenomen. Geïntimeerde stelt dat de goederen die hij heeft meegenomen is geschied in onderling overleg. Voorts stelt hij dat een aantal goederen zijn opgehaald door de kringloopwinkel of zijn geschonken aan een derde. Het bonbonschaaltje is getaxeerd, hij heeft de tweezitsbank en de stoelen niet meegenomen en de taxateur vond het niet noodzakelijk om de acht jaar oude tv te taxeren.

19. In punt 31 stelt geïntimeerde dat erflater bij zijn verhuizing naar het verzorgingshuis delen van zijn inboedel heeft weggeven en een deel heeft verkocht via het veilinghuis Van Glerum. Geïntimeerdeheeft van zijn vader gekregen een Engels servies, een deel van het djoka zilver goederen.

20. Uit punt 32 volgt dat hij in het bezit is van twee schilderijen van Oppenoort, Knikkert, Moll. Het schilderij van Knikkert is aan geïntimeerde geschonken. Het schilderij Moll is in de taxatie betrokken en de twee schilderijen Oppenoort heeft hij verkregen op grond van een afspraak tussen partijen, de ouders van partijen en een tante van partijen. Ook zijn voor een tweetal vazen afspraken gemaakt over de wijze van verdeling. In punt 36 heeft geïntimeerde een concreet bewijsaanbod gedaan inzake de inboedel en afspraken over de inboedel.

21. In punt 37 heeft geïntimeerde gesteld dat er geen aanleiding is om de verdeling van de inboedel te herzien. Door geïntimeerde wordt betwist dat hij goederen heeft verzwegen die tot de onverdeelde boedel behoorden.

22. Op pagina 2 van de akte van 21 juli 2005 stelt appellante dat door geïntimeerde is erkend dat hij bij de verhuizing van erflater van Voorburg naar Den-Haag heeft meegenomen:

a) twee schilderijen van Oppenoort;

b) een schilderij van Knikkert;

c) een schilderij van Evert Mol.

Voorts stelt zij dat de schilderijen behoren tot de nalatenschap van erflater en dienen bij de verdeling te worden betrokken.

23. Naar het oordeel van het hof volgt uit de stelling van appellante zoals verwoord in punt 2 van haar akte dat geïntimeerde al bij leven van erflater de beschikking heeft verkregen over de schilderijen. Niet is gesteld dat de verkrijging van de schilderijen door geïntimeerde niet de instemming had van erflater. Op het moment van de verhuizing was erflater volledig beschikkingsbevoegd inzake zijn inboedelgoederen en schilderijen. Gezien vorenstaande feiten en omstandigheden kan naar het oordeel van het hof niet gesteld worden dat de geïntimeerde de in rechtsoverweging nummer 17 en 23 genoemde schilderijen en inboedelgoederen aan de nalatenschap heeft onttrokken.

24. Gezien de gemotiveerde ontkenning van geïntimeerde dat hij de in rechtsoverweging 15 vermelde goederen heeft meegenomen en appellante geen concreet bewijsaanbod heeft gedaan dat geïntimeerde de betreffende goederen zonder haar mede weten en instemming heeft meegenomen treft ook deze grief geen doel.

Kluis

25. In punt 12.1 stelt appellante dat de handelswijze van geïntimeerde inzake het opnemen van de inhoud van de kluis in strijd is met de redelijkheid en de billijkheid die de verhouding tussen hen als deelgenoten in een onverdeelde gemeenschap beheerst. Uit de gewisselde stukken volgt dat de inhoud van de kluis is opgenomen in bijzijn van een gerechtsdeurwaarder. Deze gerechtsdeurwaarder heeft in een proces-verbaal aangegeven wat tot de inhoud behoorde van de kluis. Het hof is van oordeel dat geïntimeerde zorgvuldig heeft gehandeld door de kluis te openen in het bijzijn van een gerechtsdeurwaarder. Ook deze grief treft geen doel.

Horloge

26. In 13 stelt appellante dat de onder 2 tot en met 4 genoemde roerende zaken ( Taxatierapport 00-136) behoren tot de ontbonden nalatenschap van erflater. In het kader van de verdeling wenst appellante alleen het platina horloge van ƒ 4.000,00 toe bedeeld te krijgen. Geïntimeerde heeft gesteld dat de goederen 2 tot en met 4 door erflater aan zijn dochter zijn geschonken. Uit het bestreden vonnis volgt dat op voorstel van geïntimeerde wel de waarde van de betreffende goederen in de verdeling betrokken. Hiertegen heeft geïntimeerde geen grief gericht.

27. Uit de gewisselde stukken volgt dat de relatie tussen erflaatster en appellante verstoord was. Na het overlijden van erflaatster heeft erflater niet de hiervoor genoemde juwelen verstrekt aan appellante. Gezien dit feit acht het hof het redelijk en billijk dat de juwelen zoals hiervoor vermeld worden toebedeeld aan geïntimeerde. Gezien het feit dat geïntimeerde er mee heeft ingestemd dat de waarde van de goederen in de verdeling worden betrokken heeft hij geen materieel belang bij de vaststelling dat deze goederen aan al dan niet aan zijn dochter zijn geschonken.

Vernietiging

28. Het bovenstaande brengt mee dat het bestreden vonnis moet worden vernietigd voorzover de rechtbank de waarde van de Peugeot 2005 heeft vast gesteld op ƒ 1.500,00 en geïntimeerde is veroordeeld om aan appellante een bedrag te voldoen van € 935,92. Uitgaande van het feit dat de Peugeot 205 in de verdeling moet worden betrokken voor een bedrag van ƒ 1.750,00 moet het bedrag van € 935,92 vermeerderd te worden met € 56,72 (ƒ125,00). Geïntimeerde dient derhalve aan appellante te betalen de somma van € 992,64. Voor het overige dient het vonnis te worden bekrachtigd onder aanvulling van de gronden.

29. Gezien het feit dat partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld zal het hof de kosten van het appel compenseren.

BESLISSING VAN DE ZAAK IN HET HOGER BEROEP

Het hof:

vernietigt het vonnis van 26 maart 2003 door de rechtbank te `s-Gravenhage tussen partijen gewezen, voorzover de rechtbank de waarde van de Peugeot 2005 heeft vast gesteld op € 680,67 (ƒ 1.500,00 ) en geïntimeerde is veroordeeld om aan appellante een bedrag te voldoen van € 935,92 en in zoverre opnieuw rechtdoende:

veroordeelt geïntimeerde tot betaling aan appellante van een bedrag van € 992,64;

verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad ;

wijst af hetgeen meer of anders gevorderd is;

bekrachtigt het bestreden vonnis, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, voor het overige ;

compenseert de kosten van het geding in hoger beroep in die zin dat de partijen ieder de eigen kosten dragen.

Dit arrest is gewezen door mrs. Van den Wildenberg, Labohm en van Leuven en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 april 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature