Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

contact- en straatverbod voor langere duur (3 jaar)

Uitspraak



arrest

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht

team III (familie- en jeugdrecht)

zaaknummer : 200.206.746/01 KG

zaaknummer rechtbank : C/13/613987/KG ZA 16-1019 MvW/JvS

arrest van de meervoudige familiekamer van 9 mei 2017 (bij vervroeging)

inzake

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

APPELLANT,

tevens incidenteel GEÏNTIMEERDE,

advocaat: mr. J.G. Roethof te Arnhem,

tegen:

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

GEÏNTIMEERDE,

tevens incidenteel APPELLANTE,

advocaat: mr. J. van Koesveld te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna de man en de vrouw genoemd.

De man is bij dagvaarding van 13 oktober 2016 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 16 september 2016, in kort geding gewezen tussen de vrouw als eiseres en de man als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven;

- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met producties;

- memorie van antwoord in incidenteel appel.

De man heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de vorderingen van de vrouw zal afwijzen, althans zodanige voorzieningen zal treffen als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren, met beslissing over de proceskosten.

De vrouw heeft in principaal appel geconcludeerd tot afwijzing van het hoger beroep van de man. In incidenteel appel heeft zij geconcludeerd het bestreden vonnis te vernietigen voor zover het door de vrouw in eerste aanleg gevorderde straatverbod, de gevorderde duur van het contactverbod, alsmede de handhaving middels de sterke arm zijn afgewezen, met veroordeling van de man in de proceskosten van zowel het hoger beroep als de eerste aanleg.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 26 april 2017 doen bepleiten door hun respectieve advocaten. De man heeft voorafgaand daaraan nog producties in het geding gebracht.

Ten slotte is arrest gevraagd.

2 Feiten

De voorzieningenrechter heeft in het vonnis onder 2.1 tot en met 2.6 de feiten opgesomd die zij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt.

3 Beoordeling

3.1.

Partijen hebben gedurende enige jaren een relatie gehad waaruit zijn geboren [kind A] , [in] 2006, [kind B] , [in] 2007 en [kind C] , geboren [in] 2012 (hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen).

De kinderen zijn niet door de man erkend. De vrouw oefent het eenhoofdig gezag over de kinderen uit. De kinderen wonen bij de vrouw, alsmede de 13-jarige zoon van de vrouw uit een eerdere relatie, [kind D] , die indien het hof hierna ‘de kinderen’ aanduidt, daaronder eveneens wordt begrepen. De relatie van partijen heeft zich gekenmerkt door geweld. In 2008 heeft de man de vrouw neergestoken. Nadien is Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam bij het gezin betrokken geraakt, alsmede een ambulant gezinscoach van de gemeente Amsterdam.

3.2.

Bij vonnis van 11 augustus 2014 heeft de rechtbank Amsterdam een contact- en straatverbod opgelegd aan de man van 14 augustus 2014 tot en met 14 augustus 2015. Na ommekomst van dat jaar heeft de man weer contact opgenomen met de vrouw. De advocaat van de vrouw heeft de man toen per brief van 6 oktober 2015 verzocht geen contact met de vrouw op te nemen aangezien de vrouw dat niet wenste.

3.3.

Op 23 juli 2016 heeft de man iemand met een gitaar aan de deur van de vrouw gestuurd om een liedje voor het gezin van de vrouw te spelen. Daarna heeft de man op de rekening van de vrouw € 40,- gestort met de vermelding: “zakgeld kids van […] ”. De vrouw heeft dit bedrag geretourneerd aan de man. Vervolgens heeft de man in de periode tot 17 augustus 2016 het bedrag nog vier maal gestort. De vrouw heeft het even zo vele malen terug gestort. De vrouw woont in de [adres] . Op 13 augustus 2016 was [kind D] aan het voetballen op het voetbalveldje aan het einde van deze straat. De man heeft hem toen gezien en geroepen, waarna [kind D] doodsbang naar huis is gerend. Bij brief van 15 augustus 2016 heeft de vrouw via haar advocaat aan de man meegedeeld dat zij absoluut geen contact met hem wenst te hebben. De man is wederom verzocht iedere poging tot contact met haar of de kinderen te staken.

3.4.

De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis overwogen dat een straatverbod en een contactverbod inbreuk vormen op het aan een ieder toekomend recht om zich vrijelijk te verplaatsen en vrijelijk te communiceren. Voor het toewijzen van deze ingrijpende maatregelen moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo’n inbreuk kunnen rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft het straatverbod afgewezen omdat niet is gebleken dat de man in de periode na het eerder opgelegde straatverbod daadwerkelijk enige tegen de persoon van de vrouw gerichte handeling heeft verricht die een nieuw straatverbod zou rechtvaardigen. Het gevorderde contactverbod is toegewezen voor één jaar omdat, aldus de voorzieningenrechter, voldoende aannemelijk is dat de vrouw veel last heeft van spanning en een onveilig gevoel als de man met haar dan wel de kinderen contact opneemt. De voorzieningenrechter heeft voorts overwogen dat het contactverbod zich niet leent voor een machtiging om zo nodig de sterke arm in te schakelen. Aan het contactverbod is een dwangsom verbonden van € 250,- voor iedere keer dat de man het contactverbod overtreedt. De proceskosten van de eerste aanleg zijn gecompenseerd.

3.5.

De man heeft in principaal appel twee grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd, de vrouw in incidenteel appel drie. Het hof zal deze grieven hierna gezamenlijk bespreken.

3.6.

De man stelt in zijn grieven dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat voldoende is vast komen te staan dat de vrouw veel last heeft van spanning en een onveilig gevoel als de man contact met haar dan wel de kinderen opneemt en dat het van belang is dat de vrouw en de kinderen hun eigen leven kunnen continueren, zonder ongewenste inmenging van de man en dat daarom het contactverbod is toegewezen. Voorts vindt de man de opgelegde dwangsom niet in verhouding staan tot de ernst van de eventuele overtreding. De man stelt dat het aannemelijk is dat de confrontatie met [kind D] maar één keer is voorgevallen en dat hij die situatie niet bewust heeft opgezocht. Hij ontkent ontoelaatbare handelingen te hebben verricht. Verder stelt de man dat hij contact met zijn kinderen wil en voornemens is een verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling bij de rechtbank in te dienen.

3.7.

De vrouw stelt in haar grieven dat de voorzieningenrechter de recente ontwikkelingen waarbij de man evident contact zoekt met de vrouw en de kinderen, niet in het licht van de problemen uit het verleden heeft bezien. Het is juist de omstandigheid dat de man voor de vrouw zo onberekenbaar maar ook gevaarlijk is gebleken dat elk contact bij de vrouw en de kinderen tot angst en spanning leidt. De vrouw vordert daarom in hoger beroep dat het hof alsnog een straatverbod oplegt en dit, evenals het contactverbod, voor de duur van vijf jaar oplegt, zodat de vrouw niet telkenmale na ommekomst van een jaar de rechter hoeft in te schakelen wanneer de man weer contact opneemt. De verzoeken van de vrouw lenen zich, anders dan de voorzieningenrechter heeft overwogen, wel voor een machtiging om zo nodig de sterke arm in te schakelen, aldus de vrouw. Voor de vrouw staat vast dat de man bezig is met een opmaat naar herstel van contact met de kinderen. Daarom heeft zij een tweetal verklaringen van de hulpverlening overgelegd waaruit blijkt dat het belang van de kinderen daarmee absoluut niet is gediend. Zij stelt dat indien en zodra de man zich weer in het gezin zou begeven, de kinderen direct uit huis geplaatst zullen worden.

3.8.

Het hof overweegt als volgt. De man ontkent niet dat zich in de relatie tussen partijen in het verleden gedurende meerdere jaren gewelddadigheden hebben voorgedaan en dat dit voor de kinderen beangstigend moet zijn geweest. Ten aanzien van de stelling van de vrouw dat hij de vrouw in 2008 heeft neergestoken heeft de man bij memorie van grieven opgemerkt dat zich dit in een ver verleden heeft voltrokken. Eerst bij pleidooi in hoger beroep heeft de man doen verklaren dat hij daarvan is vrijgesproken. Het desbetreffende vonnis is evenwel niet overgelegd. Bij die stand van zaken heeft de man onvoldoende betwist dat zich tussen partijen in 2008 in elk geval een ernstig incident heeft voorgedaan. Voorts ontkent de man niet dat in het gezin van de vrouw daarna in 2008 hulpverlening is betrokken geraakt. Bij brief van 4 januari 2017 schrijft de gezinsmanager van Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) dat het hoger beroep van de man aanleiding is voor JBRA om nogmaals aan te geven dat contactherstel niet in het belang is van de kinderen en de vrouw. Vermeld wordt dat de man bij de politie bekend is met gebruik van alcohol en verdovende middelen. Rijden onder invloed, bedreigingen/stalking en handel/voorhanden hebben van harddrugs zijn de meest voorkomende registraties. Het geweld, de bedreiging en de stalking richt zich altijd op zijn relatie tot de vrouw volgens de verklaring. Ook op het nieuwe adres van de man is de politie regelmatig aanwezig vanwege ruzie/onenigheid met zijn buren. De man heeft in het verleden ernstige bedreigingen geuit, ook tegen de gezinsmanager met het gevolg dat de vrouw en de kinderen noodgedwongen in het verleden in BLIJF hebben verbleven. JBRA heeft de man in het verleden leren kennen als een zeer onvoorspelbare en agressieve man.

De ambulant gezinscoach van Samen Doen Osdorp schrijft dat het eerdere straat- en contactverbod het mogelijk heeft gemaakt dat de vrouw in samenwerking met de school en de hulpverlening heeft kunnen zorgen voor de kinderen. De vrouw en de kinderen ontvangen extra begeleiding waar nodig. Samen Doen heeft tijdens hun begeleiding gemerkt dat de acties van de man voor veel stress en angst bij de kinderen zorgden. De kinderen willen dan niet buiten spelen en willen ’s nachts bij de vrouw in dezelfde kamer slapen. Samen Doen is in het verleden in opdracht van het Landelijk Expertise Team Jeugdzorg bij het gezin betrokken geraakt.

In deze procedure neemt de man het standpunt in dat hij contact met zijn kinderen wil en niet met de vrouw. Dat dit, gelet op de leeftijd van de kinderen en het feit dat de kinderen met de vrouw in gezinsverband leven, praktisch onmogelijk is, lijkt de man niet in te zien. Voorts blijkt uit zijn processtukken, waaronder de door de man geschreven visie van de man op de vrouw, op de betrokken hulpverlening en op de volgens hem bestaande rechtsongelijkheid tussen man en vrouw in personen- en familierechtzaken dat de man, die zich […] noemt, geen zelfinzicht heeft en de oorzaak van de problemen in het verleden volledig bij de vrouw legt en zijn eigen aandeel bagatelliseert. Voorts blijkt daaruit dat de man het belang van de kinderen en van de hulpverlening die zij nodig hebben evenmin inziet. Voorgaande feiten en omstandigheden in samenhang bezien met het gedrag dat de man heeft vertoond nadat het vorige straat- en contactverbod was afgelopen, maakt dat het hof er geen enkel vertrouwen in heeft dat de man het belang van de vrouw en de kinderen in ogenschouw zal nemen en zal afzien van het opnieuw zoeken van contact zodra het in deze zaak opgelegde contactverbod zal zijn beëindigd.

Evenals de voorzieningenrechter acht het hof het in hoge mate aannemelijk dat de vrouw veel last heeft van spanning en een onveilig gevoel als de man contact met haar dan wel de kinderen opneemt. Voorts acht het hof het aannemelijk dat de door de man in het kader van dit hoger beroep geschreven visie op de vrouw, de onrust en de spanningen van de vrouw zal doen toenemen. Evenals de voorzieningenrechter acht het hof het van belang dat de vrouw en de kinderen hun eigen leven kunnen continueren zonder ongewenste inmenging van de man. Nu gesteld noch gebleken is dat de man zich in de omgeving van de woning van de vrouw en de school van de kinderen moet ophouden, zal het hof niet alleen een contactverbod opleggen voor langere duur dan de voorzieningenrechter heeft gedaan, maar ook het gevorderde straatverbod toewijzen, beide voor de duur van drie jaar, mede gelet op het uit de stukken blijkende onvoorspelbare gedrag van de man. Naar het oordeel van het hof rechtvaardigen de gebeurtenissen uit het recente verleden en het gedrag en de houding van de man in deze procedure, zoals mede blijkt uit de door hem in hoger beroep overgelegde visie op de vrouw, het opleggen van een dergelijke ingrijpende maatregel. Eveneens in het belang van de vrouw en de kinderen zal de vordering de sterke arm te mogen inschakelen bij overtreding van het op te leggen verbod worden toegewezen. De opgelegde dwangsom acht het hof onder genoemde omstandigheden niet disproportioneel, zodat deze zal worden bekrachtigd.

3.9.

De man heeft in hoger beroep een bewijsaanbod gedaan. Het hof passeert dit aanbod, nu in een kortgedingprocedure als de onderhavige voor nadere bewijslevering geen plaats is.

3.10.

Het voorgaande betekent dat de grieven van de man in principaal appel falen en dat de grieven van de vrouw in incidenteel appel deels slagen. Het vonnis waarvan beroep zal deels worden bekrachtigd en worden aangevuld met een straatverbod en de machtiging bij overtreding van de verboden de sterke arm in te schakelen. Het straat- en contactverbod zal worden opgelegd voor de duur van drie jaar . De man zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in principaal en incidenteel hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten van de eerste aanleg gecompenseerd. Het hof zal deze beslissing bekrachtigen omdat er onvoldoende aanleiding was voor een kostenveroordeling in eerste aanleg.

4 Beslissing

Het hof:

rechtdoende in principaal en incidenteel appel:

vernietigt het vonnis waarvan beroep, behoudens wat betreft de beslissing over de proceskosten;

en in zoverre opnieuw rechtdoende:

verbiedt de man gedurende drie jaar na betekening van dit arrest persoonlijk, schriftelijk, telefonisch, per e-mail , sms of anderszins contact op te nemen met de vrouw en/of de kinderen, tenzij een andere rechter anders zal bepalen dan wel, als dit contact via een advocaat dan wel hulpverlenende instantie tot stand komt, met machtiging van de vrouw om dit verbod met behulp van de sterke arm van justitie en politie ten uitvoer te laten leggen indien de man dit verbod overtreedt;

verbiedt de man gedurende drie jaar vanaf 16 september 2016 na betekening van dit arrest zich te bevinden in het gebied dat wordt omsloten door de [straatnaam 1] , de [straatnaam 2] , de [straatnaam 3] en de [straatnaam 4] , alle te Amsterdam, zoals aangegeven op de aan dit arrest gehechte plattegrond, met machtiging van de vrouw om dit verbod met behulp van de sterke arm van justitie en politie ten uitvoer te laten leggen indien de man het verbod overtreedt;

veroordeelt de man om aan de vrouw een dwangsom te betalen van € 250,- voor iedere keer dat hij het hiervoor opgelegde contact- en straatverbod overtreedt;

veroordeelt de man in de kosten van het geding in principaal en incidenteel hoger beroep, tot op heden aan de zijde van de vrouw begroot op € 314,- aan verschotten en € 2.682,- voor salaris in het principaal appel en € 1.341,- aan salaris in het incidenteel appel;

verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit arrest is gewezen door mrs. C.G. Kleene-Eijk, G.J. Driessen-Poortvliet en A.V.T. de Bie en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2017.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature