E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2017:888
Hoge Raad, 14/05623

Inhoudsindicatie:

Medeplegen van mensensmokkel door samen met een ander behulpzaam te zijn bij de illegale binnenkomst en doorreis van twee vreemdelingen, art. 197a.1 Sr. Beroep op niet strafbaarheid vanwege handelen op ideële en humanitaire gronden. ’s Hofs verwerping van het verweer dat de materiële wederrechtelijkheid ontbreekt dan wel sprake is van psychische overmacht omdat verdachte enkel uit humanitaire overwegingen heeft gehandeld, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. De omstandigheid dat in de wetsgeschiedenis bij art. 197a Sr aan de orde is gesteld dat humanitaire overwegingen aanleiding kunnen vormen voor straffeloosheid, noopte het Hof niet tot een nadere motivering. HR maakt enkele algemene opmerkingen over een beroep op de niet-strafbaarheid van (de verdachte van) mensensmokkel vanwege handelen op ideële en humanitaire gronden. Dergelijk handelen kan onder omstandigheden o.g.v. een algemene strafuitsluitingsgrond in de weg staan aan de strafbaarheid van de in art. 197a Sr omschreven mensensmokkel of van de dader daarvan. Daarbij kan worden gedacht aan noodtoestand en psychische overmacht.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie