De beschikkingen die de Rector Magnificus neemt over de benoeming van het personeel van de UoC moeten worden geacht genomen te zijn ter voorbereiding van een nadere privaatrechtelijke rechtshandeling, namelijk die tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Op grond van artikel 7, tweede lid, aanhef en onder f, van de Lar staat tegen dergelijke beschikkingen geen beroep open.