De rechtbank is van oordeel dat uit de nota van toelichting bij het Besluit van 20 december 2000, duidelijk blijkt dat de Besluitgever heeft beoogd dat de vergoeding op grond van de 30%-bewijsregel mede omvat de kosten van dubbele huisvesting. Dat oogmerk is niet strijdig met de bedoelingen van de wetgever nu in de memorie van toelichting bij de Veegwet extra uitgaven van dubbele huisvesting uitdrukkelijk worden genoemd als kosten waarop de 30%-bewijsregel van toepassing is. Nu dubbele vergoeding van kosten niet mogelijk is kan naast de 30%-bewijsregel geen onbelaste vrije vergoeding voor de uitgaven voor huisvesting buiten de woonplaats (art 15b, eerste lid, onderdeel j, Wet loonbelasting) worden verstrekt. Het gelijk is aan de zijde van de inspecteur.