Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Diefstal en gevaarlijk rijgedrag.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht

Zittingslocatie Utrecht

Parketnummer: 16/700596-13; 16/234210-12 (tul); 15/700785-10 (tul) (P)

vonnis van de meervoudige strafkamer van 15 augustus 2013.

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te[geboorteplaats] op [1990],

wonende te Utrecht,

gedetineerd in de P.I. Nieuwegein, Huis van Bewaring, locatie Nieuwegein te Nieuwegein.

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 augustus 2013.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. A.M.R. van Ginneken, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte ten aanzien van de onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde feiten telkens in een auto heeft ingebroken waarbij navigatiesystemen zijn weggenomen;

Ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde feit luidt de verdenking dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in gevaar brengen van het verkeer;

Voorts heeft de officier van justitie drie feiten ad-informandum gevoegd. Dit betreffen twee auto-inbraken en het verlaten van de plaats van een ongeval.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs

4.1

Feiten en omstandigheden

De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.

Ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6 heeft de rechtbank gelet op de hieronder vermelde processen-verbaal en verklaringen.

Ten aanzien van feit 2:

Proces-verbaal nr. PL0960 2013082906-1, blz. 153 tot en met 156, een proces-verbaal van aangifte door [aangever 1];

Proces-verbaal nr. PL0960 2013082906-2, blz. 157 en 158, een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1];

Proces-verbaal nr. PL0960 2013082906-3, blz. 159 en 160, een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2];

Ten aanzien van feit 3:

1. proces-verbaal nr. PL21XS 2013039463-1, blz. 185 tot en met 188, proces-verbaal van aangifte door [aangever 2], namens[A];

Ten aanzien van feit 4:

1. proces-verbaal nr. PL021XS 2013039469-1, blz. 189 tot en met 192, proces-verbaal van aangifte door[aangever 3], namens [bedrijf 1];

Ten aanzien van feit 5:

Proces-verbaal nr. PL021XS 2013039478-1, blz. 193 tot en met 196, proces-verbaal van aangifte door [aangever 4] namens [bedrijf 2];

Proces-verbaal nr. PL021XS 2013021670-17, blz. 197 en 198, proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3];

Ten aanzien van feit 6:

Proces-verbaal nr. PL0961 2013034867-3, blz. 94 en 95, proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1], brigadier van politie Utrecht;

Proces-verbaal met registratienummer 2013034867, blz. 98 tot en met 110, proces-verbaal van [verbalisant 2], brigadier van politie Utrecht;

Proces-verbaal nr. PL0961 2013034867-10, blz. 111 en 112, proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] voornoemd en[verbalisant 3], brigadier van politie.

Verdachte heeft ter zitting de hierboven genoemde feiten bekend.

Ten aanzien van feit 1:

Op 29 januari 2013 heeft[aangever 5] namens[bedrijf 3] aangifte gedaan van diefstal uit zijn auto, een Volkswagen Golf.[aangever 5] had op 29 januari 2013 zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein van het bedrijf Video XL aan de[adres] te[woonplaats]. [aangever 5] hoorde op diezelfde dag het alarm van zijn auto afgaan en zag een persoon met zijn bovenlijf door de autoruit in zijn auto hangen. Hij zag dat deze persoon wegrende en in een personenauto stapte. Dit betrof een donkere Volkswagen Golf of Polo waarvan het kenteken begon met [kenteken].

[aangever 5] geeft als signalement van deze persoon: man, ongeveer 1.80 meter lang, slank postuur, vermoedelijk Marokkaans, zwarte lederen jas met lichtkleurige bontkraag, zwarte broek, zwarte schoenen, kort krullend haar, opgeschoren aan de zijkant.

[aangever 5] zag dat de ruit aan de bestuurderszijde van zijn auto was ingeslagen en dat het geïntegreerde navigatiesysteem uit zijn auto was weggenomen.

De getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij op 29 januari 2013 aan het werk was in een pand aan de[adres] te [woonplaats]. Hij hoorde een alarm afgaan op de parkeerplaats en is achter zijn collega naar buiten gerend. Hij zag dat een auto van het parkeerterrein wegreed. Dit betrof een antracietgrijze Volkswagen Golf.

4.2

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte de onder 1 tot en met 6 tenlastegelegde feiten heeft begaan. Zij baseert zich daarbij op de aangiften, de verklaringen van getuigen, de processen-verbaal van bevindingen en de bekennende verklaring van verdachte.

4.3

Het standpunt van de verdediging

Ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ook kunnen bij de straftoemeting de ad-informandum gevoegde feiten worden meegenomen, nu verdachte deze feiten ter zitting heeft bekend.

Met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde feit, de auto-inbraak op 29 januari 2013 te Utrecht, heeft de verdediging vrijspraak bepleit.

Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte dit feit ontkent en stelt dat op die bewuste dag de kentekenplaten van zijn Volkswagen Golf, met kenteken[kenteken] waren gestolen, waarvan hij ook aangifte heeft gedaan. Dat de telefoon van verdachte rond het tijdstip van de auto-inbraak een zendmast, welke in de omgeving van de plaats delict stond, heeft aangestraald, is op zich geen bewijs voor de inbraak, nu verdachte zelf ook in die omgeving woont. Ook de door de aangever [aangever 5] en de getuige [getuige 4] gegeven beschrijving van de auto van de dader, te weten een antracietgrijze Volkswagen Golf, zegt op zich niet zoveel, omdat er heel veel van dergelijke auto’s in Nederland rondrijden. Het is dan ook niet uit te sluiten dat de auto die bij de betreffende auto-inbraak betrokken is geweest, een andere auto dan die van verdachte is geweest. Alles aldus de verdediging.

4.4

Het oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit heeft de rechtbank overwogen dat het door

aangever [aangever 5] opgegeven signalement overeenkomt met dat van verdachte. Voorts is zowel door de aangever als door de getuige [getuige 4] verklaard dat de dader is weggevlucht in een donkerkleurige danwel antracietgrijze Volkswagen, type Golf. Het door [aangever 5] deels opgegeven kenteken van de Volkswagen Golf van de dader komt vrijwel overeen met het kenteken van de Volkswagen Golf waarin verdachte in de periode van deze auto-inbraak reed. Ook is gebleken dat de mobiele telefoon van verdachte omstreeks de tijd van de auto-inbraak, te weten 29 januari 2013 omstreeks 09.15 uur, een zendmast heeft aangestraald, welke in de directe omgeving van de plaats van de auto-inbraak stond.

De rechtbank heeft voorts overwogen dat, gelet op alle feiten en omstandigheden waaronder de overige tenlastegelegde auto-inbraken, welke verdachte heeft bekend,en welke door de rechtbank bewezen worden verklaard, ook de onder 1 tenlastegelegde auto-inbraak aan verdachte kan worden toegeschreven. Daarbij heeft de rechtbank mede overwogen dat verdachte zich toelegde op auto’s van het merk Volkswagen en Audi en dat hij zich telkens bediende van eenzelfde modus operandi, namelijk het inslaan van een autoruit en het razendsnel ontvreemden van een in de auto ingebouwd navigatiesysteem. Daarnaast acht de rechtbank van belang dat verdachte mbt het op zitting door hem bekende feit 6 een valse aangifte van diefstal van de kentekenplaten van zijn auto heeft gedaan,terwijl hij ook hier –naar het oordeel van de rechtbank valselijk- aangifte van diefstal van de kentekenplaten van zijn auto heeft gedaan.

5 Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte

1.

Op 29 januari 2013 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto, merk Volkswagen type Golf, welke stond geparkeerd aan de [adres], heeft weggenomen een navigatiesysteem, toebehorende aan[aangever 5] of [bedrijf 3], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door braak, te weten door een ruit van voornoemde auto in te slaan;

2.

Op 15 april 2013 te Nieuwegein, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto, merk Volkswagen, type Passat, welke stond geparkeerd aan de [adres], heeft weggenomen een navigatiesysteem, toebehorende aan [aangever 1], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door braak, te weten door een ruit van voornoemde auto in te slaan;

3.

Op 18 april 2013 te ’s-Hertogenbosch, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto, merk Volkswagen, type Touareg, welke stond geparkeerd aan de [adres] heeft weggenomen een navigatiesysteem, toebehorende[A], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door braak, te weten door een ruit van voornoemde auto in te slaan;

4.

Op 18 april 2013 te ’s-Hertogenbosch, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto, merk Audi, type A3, welke stond geparkeerd aan de[adres], heeft weggenomen een navigatiesysteem, toebehorende aan[aangever 3] of [bedrijf 1], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door braak, te weten door een ruit van voornoemde auto in te slaan;

5.

Op 18 april 2013 te ’s-Hertogenbosch, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto, merk Audi, type A3, welke stond geparkeerd aan de[adres], heeft weggenomen een navigatiesysteem, toebehorende aan [aangever 4] of [bedrijf 2], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door braak, te weten door een ruit van voornoemde auto in te slaan;

6.

Op 13 februari 2013 in de gemeente Utrecht, als bestuurder van een personenauto, daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A2 ter hoogte van knooppunt Oudenrijn, ineens hard heeft geremd en op de Rijksweg A2 is gekeerd en daarna tegen de rijrichting van het overige verkeer in, met hoge snelheid, over de rijweg en over de vluchtstrook heeft gereden en de aldaar gelegen tunnelbuis in is gereden, door welke gedragingen gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt en het verkeer op die weg werd gehinderd althans kon worden gehinderd.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6 De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als

Ten aanzien van de onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde feiten:

Telkens diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

Ten aanzien van het onder 6 bewezenverklaarde feit:

Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 .

Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7 De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar onder 6 bewezen geachte feit, de overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet, zal worden veroordeeld tot hechtenis voor de duur van twee maanden alsmede een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee jaar en voor de door haar onder 1 tot en met 5 bewezen geachte misdrijven zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, de gedragsinterventie GI-RN Cognitieve Vaardigheden en zonodig een ambulante behandelverplichting bij De Waag of een soortgelijke instelling.

De officier heeft daarnaast gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1] zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De officier van justitie heeft ter zitting kenbaar gemaakt dat zij bij haar vordering rekening heeft gehouden met drie ad-informandum gevoegde feiten, waarvoor verdachte niet verder zal worden vervolgd.

8.2.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd in de veronderstelling dat hij dan snel weer naar huis kon, zodat hij zijn oma in Marokko kon bezoeken die ernstig ziek is. Dit is erg belangrijk voor hem, nu verdachte vrijwel geheel door zijn oma is opgevoed.

Verdachte heeft uitvoerig contact met de reclassering, die hem begeleidt bij zijn financiële problemen. Verdachte had in de periode van de feiten financiële verplichtingen. Hij moest de huur van de auto betalen, had schulden en wilde ook thuis bijdragen in de kosten.

Verdachte wil graag nog afscheid kunnen nemen van zijn oma, die in Marokko verblijft. Zij is dementerend en wanneer de eis van de officier van justitie wordt gevolgd, wordt afscheid nemen van zijn oma vrijwel onmogelijk voor verdachte. Alles aldus de verdediging.

Wat betreft feit 6 is duidelijk dat verdachte onverantwoord gedrag heeft vertoond. De verdediging wijst er op dat hij niet alleen anderen, maar ook zichzelf in gevaar heeft gebracht met zijn gedrag. Verdachte zal zijn gedrag moeten veranderen en moeten leren inzien wat zijn gedrag voor anderen betekent. Hij is daartoe ook bereid.

De verdediging heeft verzocht om de gevorderde ontzegging van de rijbevoegdheid lager te bepalen dan is gevorderd. Verder is verzocht om de gevorderde hechtenis om te zetten in een werkstraf.

De verdediging heeft aangevoerd dat de voorlopige hechtenis veel impact op verdachte heeft gehad. Zij verzoekt om deze strafzaak verder af te doen met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf welke gelijk is aan de duur van het voorarrest met daarnaast een voorwaardelijk strafdeel van substantiële duur met een proeftijd van 3 jaar en daarnaast een werkstraf van desnoods de maximale duur.

8.3.

Het oordeel van de rechtbank

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een vijftal auto-inbraken. Hij had het daarbij voorzien op de in die auto’s ingebouwde navigatiesystemen. Verdachte heeft met zijn handelen veel overlast en financiële schade toegebracht aan de gedupeerden en hun verzekeraars.

Ook veroorzaken dit soort feiten gevoelens van ergernis en onrust in de maatschappij.

Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van gevaar en/of hinder op de openbare weg. Om aan een controle door de politie te ontkomen, is verdachte met zijn auto op de snelweg A2, nadat hij een volgteken had gekregen, plotseling gestopt op de snelweg, is gekeerd en al spookrijdend tegen het verkeer in, met grote snelheid via de rijbaan en de vluchtstrook gereden terug de aldaar gelegen tunnelbuis in.

Met zijn handelen heeft verdachte zeer gevaarlijk rijgedrag vertoond. Het hem tegemoetkomende verkeer schrok, gaf verdachte lichtsignalen en moest voor hem uitwijken. Het is voorstelbaar dat door het rijgedrag van verdachte een verkeersongeval had kunnen gebeuren en dat daarbij zwaar gewonden of zelfs doden hadden kunnen vallen.

De rechtbank neemt verdachte dit gedrag zeer kwalijk en ziet hierin reden om aan verdachte naast hechtenis een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen op te leggen van een aanzienlijke duur.

Voor het opleggen van een werkstraf, zoals door de verdediging is verzocht, ziet de rechtbank geen grond.

De rechtbank heeft gelet op een Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte waaruit blijkt dat hij reeds eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld tot onder meer geheel dan wel deels voorwaardelijke vrijheidsstraffen.

Voorts heeft de rechtbank gelet op een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 23 juli 2013, waarin wordt geconcludeerd dat verdachte sinds de scheiding van zijn ouders niet in staat is geweest dit op een goede manier te verwerken. Hij voelde zich verantwoordelijk voor het gezin en dit heeft hem doen besluiten om delicten te gaan plegen. Daarbij hebben het ontbreken van een goede dagbesteding, het ontbreken van een legaal inkomen en daaruit voortvloeiende financiële problemen een rol gespeeld.

Het recidiverisico wordt als hoog tot gemiddeld ingeschat.

Teneinde het recidiverisico terug te dringen en gelet op het feit dat verdachte gemotiveerd lijkt te zijn een delictvrije toekomst op te bouwen wordt geadviseerd aan verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen met een verplicht reclasseringscontact en bijzondere voorwaarden, waarbij het mogelijk is om aan verdachte een werkstraf op te leggen, nu daarvoor geen contra-indicaties aanwezig zijn.

De rechtbank is van oordeel dat voor deze bewezen verklaarde auto-inbraken, waarbij verdachte op een bijna professionele wijze te werk is gegaan, een gevangenisstraf een passende straf is. De rechtbank ziet aanleiding om een deel van die gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen.

Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank een proeftijd verbinden van drie (3) jaar.

De rechtbank zal bij de straftoemeting rekening houden met drie ad-informandum gevoegde feiten, welke feiten verdachte ter zitting heeft bekend en waarvoor hij niet verder zal worden vervolgd.

De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd.

9 Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De behandeling van de vordering van [bedrijf 1], levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 4 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 4.055,75 (vierduizendvijfenvijftig euro en vijfenzeventig eurocent) aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend van het moment waarop de schade is ontstaan. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.

Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.

In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.

10 Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij de stukken bevindt zich de op 17 juni 2013 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Utrecht in de zaak met parketnummer 16/234210-12, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 4 februari 2013 van de politierechter te Utrecht, waarbij verdachte –onder meer- is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken, met bevel dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis. De rechtbank ziet hierin aanleiding de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke straf te gelasten.

Ook bevindt zich bij de stukken de op 17 juni 2013 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Utrecht in de zaak met parketnummer 15/700785-10, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 11 april 2012 van de politierechter te Haarlem, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig dagen, met bevel dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte d.d. 30 juli 2013 is gebleken dat bij vonnis van de politierechter van 11 april 2012 de tenuitvoerlegging van bovengenoemde gevangenisstraf van dertig dagen reeds is gelast, welke straf voorwaardelijk was opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem d.d. 25 juli 2011.

Nu de tenuitvoerlegging al is gelast, zal het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 62, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994 , zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

12 Beslissing

De rechtbank:

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

Ten aanzien van de onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde feiten:

Telkens diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

Ten aanzien van het onder 6 bewezenverklaarde feit:

Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 .

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte ten aanzien van de onder 1 tot en met 5 bewezenverklaarde feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van TWAALF (12) maanden.

Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Beveelt dat een gedeelte, groot VIJF (5) MAANDEN, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.

Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.

De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.

Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde

1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.

en

3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.

De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.

Stelt als bijzondere voorwaarden:

1. dat veroordeelde zich binnen vijf dagen na zijn in vrijheid stelling meldt bij Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;

2. dat veroordeelde zal deelnemen aan een gedragsinterventie, te weten de GI-RN Cognitieve Vaardigheden;

3. dat veroordeelde, indien de reclassering dit na afloop van de CoVa-training nodig acht, wordt verplicht om zich te laten behandelen bij de forensisch psychiatrische polikliniek De Waag of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.

Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 6 bewezen verklaarde feit tot hechtenis voor de duur van TWEE MAANDEN.

Ontzegt verdachte ter zake van het onder 6 bewezen verklaarde feit de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van TWEE (2) JAAR.

Wijst de vordering van [bedrijf 1] toe tot € 4.055,75 (zegge vierduizendvijfenvijftig euro en vijfenzeventig eurocent) vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 18 april 2013 tot aan de dag van voldoening.

Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [bedrijf 1] voornoemd.

Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.

Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [bedrijf 1] aan de Staat

€ 4.055,75 (zegge vierduizendvijfenvijftig euro en vijfenzeventig eurocent) te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van vijftig (50) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.

Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.

Ten aanzien van parketnummer 16/234210-12:

Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 4 februari 2013 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) weken.

Ten aanzien van parketnummer 15/700785-10:

Verklaart het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk in de vordering.

Dit vonnis is gewezen door

mr. G. Perrick, voorzitter,

mrs. P. Bender en Y.A.T. Kruijer, rechters,

in tegenwoordigheid van H.J. Nieboer, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 augustus 2013.

BIJLAGE : De tenlastelegging

1.

hij op of omstreeks 29 januari 2013 te Utrecht, althans in het arrondissement

Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening

in/uit/vanaf een auto (merk Volkswagen type Golf) (welke stond geparkeerd aan

de [adres]) heeft weggenomen een navigatiesysteem, in elk geval enig

goed, geheel of ten dele toebehorende aan E. [aangever 5] en/of [bedrijf 3],

in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte

zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg

te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door braak en/of

verbreking (te weten door een ruit van voornoemde auto in te slaan en/of te

vernielen);

(zaak I)

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op of omstreeks 15 april 2013 te Nieuwegein, althans in het arrondissement

Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening

in/uit/vanaf een auto (merk Volkswagen, type Passat) (welke geparkeerd stond

op/aan de [adres]) heeft weggenomen een navigatiesysteem, in elk geval enig

goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan

een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot

de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)

onder zijn bereik heeft gebracht door braak en/of verbreking (te weten door

een ruit van voornoemde auto in te slaan en/of te vernielen);

(zaak VI)

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

3.

hij op of omstreeks 18 april 2013 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van

wederrechtelijke toeëigening in/uit/vanaf een auto (merk Volkswagen, type

Touareg) (welke geparkeerd stond op/aan de [adres]) heeft weggenomen een

navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan

[aangever 2] en/of [A], in elk geval aan een ander of

anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des

misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn

bereik heeft gebracht door braak en/of verbreking (te weten door een ruit van

voornoemde auto in te slaan en/of te vernielen);

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

4.

hij op of omstreeks 18 april 2013 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van

wederrechtelijke toeëigening in/uit/vanaf een auto (merk Audi, type A3) (welke

geparkeerd stond op/aan de[adres]) heeft weggenomen een navigatieysteem),

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3]

en/of [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan

verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft

verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft

gebracht door braak en/of verbreking (te weten door een ruit van voornoemde

auto in te slaan en/of te vernielen);

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

5.

hij op of omstreeks 18 april 2013 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van

wederrechtelijke toeëigening in/uit/vanaf een auto (merk Audi, type A3) (welke

stond geparkeerd op/aan de[adres]) heeft weggenomen een navigatiesysteem,

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4]

en/of [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan

verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft

verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft

gebracht door braak en/of verbreking (te weten door een ruit van voornoemde

auto in te slaan en/of te vernielen);

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

6.

hij, op of omstreeks 13 februari 2013 in de gemeente Utrecht, althans in het

arrondissement Midden-Nederland, als bestuurder van een voertuig

(personenauto), daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande

weg, de Rijksweg A2 ter hoogte van knooppunt Oudenrijn, ineens hard heeft

gerem en/of midden op de Rijksweg A2 is gekeerd en/of daarna tegen de

rijrichting van het overige verkeer in, met een (oplopende) snelheid tot 144,6

km/h, althans met hoge snelheid, over de rijweg en/of over de vluchtstrook

heeft gereden en/of de aldaar aanwezige tunnelbuis in is gereden (terwijl de

verkeersintensiteit op die weg op dat moment erg hoog was), door welke

gedraging(en) gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden

veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden

gehinderd;

art 5 Wegenverkeerswet 1994

Ad informandum gevoegde feiten:

1. april 2013, Nieuwegein, gem. Nieuwegein

Als bestuurder van een motorrijtuig de plaats ongeval verlaten

2. 700954-13 4 februari 2013, Breukelen, gem. Stichtse Vecht

Diefstal in/uit door middel van braak, veerbreking, inklimming

3. 700956-13 18 april 2013, Amsterdam, gem. Amsterdam

Diefstal in/uit door middel van braak, verbreking, inklimming

Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in de aan deze zaak ten grondslag liggende processen-verbaal nummer PL091A 2013086201 en PL091A 2013086201A bevinden, volgens de in die processen-verbaal toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

Bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van 1 augustus 2013

Proces-verbaal nr.: PL0910 2013022350-1, blz. 28 tot en met 31, proces-verbaal van aangifte door[aangever 5] namens [bedrijf 3]

Proces-verbaal nr.: PL0910 2013022350-2, blz. 32 en 33, proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4]

Proces-verbaal nr. PL091A 2013021760, blz. 28, proces-verbaal van verhoor verdachte (“Ik heb een Volkswagen Golf gehuurd. Het kenteken van deze Golf was [kenteken]”)

Proces-verbaal met DCS code 09-UW-2013021670-09Verhuur, blz. 47, proces-verbaal m.b.t. onderzoek telecomgegevens


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature